Als Adam
Mattheüs 4:1
„Toen werd Jezus van de Geest weggeleid in de woestijn, om verzocht te worden van de duivel.”
Satan heeft Christus uitwendig aangevallen, niet via de gedachten. Hij deed dat op dezelfde manier als waarop Adam door hem werd verzocht. Niet door ingefluisterde gedachten, maar door middel van een uiterlijk hoorbare stem uit het lichaam van de slang. Wat was anders de reden waarom de duivel een berg tot zijn voordeel koos? Als hij had kunnen volstaan met in te werken op Christus’ inwendige zintuigen, dan zouden daarvoor alle mogelijke plaatsen hebben kunnen dienen, hetzij de woestijn of ook de tinne des tempels.
Zo heeft satan door middel van uiterlijke voorwerpen die hij aan Zijn zintuigen voorhield, gepoogd om het gemoed van onze Zaligmaker te verdwazen. Maar dit is hem niet gelukt. Want zijn woorden en voorwerpen bereikten wel Christus’ oren en ogen en de werkzaamheden tot ongeloof, begeerlijkheid en afgoderij bereikten Zijn gemoed, maar werden daar onmiddellijk bij het volmaakte licht van Zijn verstand onderkend. Ze werden weer teruggedreven door de onveranderlijke heiligheid van Zijn wil en konden niet de allergeringste genegenheid vinden. Veel minder lieten zij bij Hem de allergeringste infectie of besmetting achter.
Wanneer wij nu godslasterlijke gedachten, die als vonken van het aambeeld van de duivel aan komen vliegen, terugdrijven en verfoeien, dan kunnen ze niet voor ónze zonden gehouden worden. Het is vroeger eens gezegd: „De verzoeker kan geen kwaad uitrichten, indien de verzochte hem niet gehoorzaamt.”
Simon Oomius, predikant te Purmerland
(”Satans vuistslagen”, 1663)