Volgens het hof is W. schuldig aan meerdere pogingen tot moord vorig voorjaar en een poging tot afpersing van supermarktconcern Ahold. Tegen W. was twaalf jaar cel geëist.

W. eiste samen met een vriend, de 30-jarige J. van Z., 5 miljoen euro van het supermarktconcern. Om hun eis kracht bij te zetten, schoten de mannen enkele keren op willekeurige woningen en op een filiaal van Albert Heijn in Zwolle. De rechtbank in Zwolle veroordeelde initiatiefnemer W. tot zeven jaar cel. Het openbaar ministerie ging in hoger beroep omdat het de door de rechtbank opgelegde straf te laag vond. De strafzaak tegen Van Z. is aangehouden tot 27 mei.

W. stuurde vorig jaar april drie brieven naar Ahold in Zaandam. Daarin eiste hij 5 miljoen euro en dreigde hij slachtoffers te maken als zijn eis niet werd ingewilligd. Toen hij na een paar weken nog geen antwoord had gekregen van het supermarktconcern, schafte W. een wapen aan. Kort daarna schoot hij op een aantal willekeurige woningen in Deventer, Zwolle en Meppel. Bij deze laatste beschieting raakte een bejaarde vrouw gewond aan haar arm. Ook schoot W. op een AH-filiaal in Zwolle.

Begin mei plaatste Ahold een advertentie in De Telegraaf om contact te zoeken met de afpersers. Een telefoontje leidde uiteindelijk naar W., docent natuurkunde en techniek. De school waar hij werkte, was verbijsterd dat deze vriendelijke leraar de afperser was. De man was tot zijn daden gekomen omdat hij zijn moeder een beter leven wilde bezorgen en zelf een beter leven wilde hebben dan zijn vader.

Volgens het hof is het slechts toeval dat er bij de beschietingen geen doden zijn gevallen. Het college rekent het W. zwaar aan dat hij zijn eigen financiële belangen heeft laten prevaleren boven die van de slachtoffers. Het hof bepaalde dat W. 50.000 euro aan Ahold moet betalen, als voorschot op een schadevergoeding. Twee slachtoffers van de beschietingen krijgen elk een schadevergoeding van circa 2300 euro. Het schieten op een woning in Zwolle achtte het hof niet bewezen.

Het OM beraadt zich nog op een eventueel beroep in cassatie, maar toonde zich na afloop niet ontevreden met de uitspraak. Vooral de bewezenverklaring van de pogingen tot moord vindt het OM belangrijk.