De bevelhebber van de Amerikaanse grondtroepen, luitenant-generaal Ricardo Sanchez, bevestigde eerder al dat beide geloofsgroepen samenwerken op kleine schaal en op een laag niveau. Volgens Sanchez proberen de Amerikanen er alles aan te doen om die samenwerking zo beperkt mogelijk te houden.

Het optreden van Amerikaanse mariniers in het soennitische bolwerk Fallujah heeft in Bagdad geleid tot oproepen van steun aan de belegerde stad. Moskeeën sporen bezoekers aan om bloed en geld te doneren voor „jullie zoons en broeders die vechten in Fallujah.”

Volgens The Washington Post steunen de bewoners van de sjiitische wijk Khadamiya in Bagdad de oproep van de geestelijken. „Dit is mijn laatste voedsel”, zegt de bejaarde Lemiya Wan tegen de krant. „Ik geef het aan mijn broeders in Fallujah en overal in Irak.”

„Soenniet, sjiiet, het maakt niets meer uit”, aldus de 32-jarige ambtenaar Sabah Saddam. „Dit waren kunstmatige verschillen. De mensen in Fallujah verhongeren. Het zijn Irakezen en ze hebben je hulp nodig”, verklaarde hij tegen The New York Times.

Sommige militieleden zeggen in de krant dat sjiitische strijders in Bagdad langs het front glippen om hun geloofsgenoten in Fallujah te helpen. „Het is niet gemakkelijk, maar we kennen zo onze wegen”, aldus oud-voetballer en huidig militielid Ahmed Jumar.

Al eerder vochten in Bagdad leden van het Mahdi Leger van de radicale sjiitische geestelijke Muqtada al-Sadr samen met soennitische opstandelingen tegen de Amerikanen. Vrijdag waren er gevechten in Baquba. Ook hier was de sektarische scheiding verdwenen bij de strijders.

„We hebben het bevel gekregen van onze leider om in eenheid te vechten en de soennieten te helpen”, zei de 27-jarige Nimaa Fakir tegen The New York Times. Deze voetsoldaat van het Mahdi Leger zegt dat om de Amerikanen te verjagen de „strijdkrachten gecombineerd moeten worden.”