Opsporing auto’s beter door samenwerking
Auto’s die binnen de Europese Unie worden gestolen en verhandeld, worden steeds vaker teruggevonden dankzij samenwerking van de rijksdiensten van wegverkeer van bestaande en toekomstige lidstaten.
Dat stelde de Nederlandse Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) vrijdag.
De opsporing van gestolen voertuigen is mogelijk doordat een aantal Europese landen hun computersystemen met registratiegegevens van auto’s aan elkaar koppelde.
Initiatiefnemer RDW voerde dit systeem, Eucaris, in de jaren negentig in. Via Eucaris spoorden de aangesloten landen verleden jaar 2781 voertuigen op. Daarmee werd een schadepost van 35 miljoen euro voorkomen. In 2002 ging het nog om 1867 auto’s.
Eucaris is een samenwerkingsverband tussen de EU-landen Nederland, Groot Brittannië, Duitsland, België, Luxemburg, Zweden en Ierland. Ook de landen Letland, Estland, Litouwen en Hongarije, die op 1 mei tot de EU toetreden, zijn vertegenwoordigd in Eucaris. Tevens werken kandidaat-lidstaat Roemenië en IJsland mee.
Volgens een woordvoerder van de RDW komen veel gestolen auto’s nu in Frankrijk terecht, omdat dieven weten dat dit land niet bij Eucaris is aangesloten. „Onze Belgische collega’s zijn er achter gekomen dat veel gestolen voertuigen die daar worden aangeboden, via Frankrijk het land binnenkomen. Dieven vragen daar eerst nieuwe papieren en kentekenplaten aan, in een poging Eucaris te omzeilen. Daarna worden de voertuigen doorgevoerd naar andere landen.” Volgens de RDW heeft Frankrijk nog geen plannen om zich op het systeem aan te sluiten.