Precies een jaar na de val van het regime van Saddam Hussein zien de Verenigde Staten zich in Irak bijna in staat van oorlog. De opstanden in diverse steden komen precies op het moment dat de rotaties van troepen in volle gang zijn.

De Amerikaanse krijgsmacht noemt de operatie de grootste troepenverplaatsing sinds de Tweede Wereldoorlog. Alle 130.000 militairen in Irak zijn of komen naar huis en worden afgelost door 110.000 anderen.

De operatie begon eind februari en moet begin volgende maand zijn afgerond. Een Amerikaanse defensiewoordvoerder typeerde de operatie als „de invasie van Normandië in twee richtingen.” Verschillende Amerikaanse bases in Duitsland spelen een belangrijke rol bij de rotatie.

De Amerikaanse legerleiding ziet zich echter geconfronteerd met toenemend geweld in Irak. Om dat het hoofd te kunnen bieden moeten naar schatting 25.000 militairen langer in Irak blijven. Daarmee schendt het ministerie van Defensie de afspraak dat de soldaten na een jaar terug naar huis zouden kunnen.

De mededeling komt bij het thuisfront in Duitsland en in de Verenigde Staten hard aan. In het Duitse Friedberg werden donderdag en vrijdag in allerijl slingers en ballonnen weggehaald. Die waren in de Ray Barracks opgehangen om de terugverwachte soldaten welkom te heten. Ook op bases in Ramstein, Wiesbaden, Hanau en Baumholder werden bijeenkomsten geschrapt.

Volgens de Amerikaanse generaal Dempsey zijn onderdelen van het Vijfde Legerkorps aangewezen om langer te blijven. Het korps is grotendeels gelegerd in Duitsland. Naar verluidt kan het verblijf met 120 dagen worden verlengd. Volgens het Pentagon zijn er nog geen beslissingen genomen.