Pester heeft hulp nodig
Pesters hebben een groot probleem. Het is van belang dat zij hulp krijgen bij het aanpakken van dat probleem, reageert Anja Helmink-Stam.
Orthopedagoge Tineke van de Wetering reageerde met een opiniebijdrage (RD 28-5) op een artikel van mijn hand over pesten (RD 24-5). Zij noemt het kortzichtig om bij pestgedrag direct uit te gaan van een gebrek aan sociale vaardigheden.
Van de Wetering begint haar betoog zo: „”Pesters hebben ook een probleem!?” Bij een dergelijke kop in de krant hoef je bijna niet verder te lezen.” Het lijkt erop of ze ook daadwerkelijk bij de uitspraak in het artikel is blijven steken. Hiermee toont de orthopedagoge aan –waarschijnlijk onbedoeld– dat ze enigszins kortzichtig is. Het artikel beoogt namelijk juist te zeggen dat een gebrek aan sociale vaardigheden niet hét probleem is bij pesten. Met de constatering dat pesters ook een probleem hebben wordt namelijk niet bedoeld dat ze alleen een gebrek hebben aan sociale vaardigheden. Bedoeld wordt vooral dat hun daden een probleem zijn, wat de oorzaak ervan dan ook is. Het is echter wel van belang achter de oorzaak van het gedrag te komen, zodat de pester gerichte hulp kan krijgen.
Leidinggevenden
Jongeren die alleen aan zichzelf denken, hebben een probleem en krijgen later problemen. Van de Wetering weerlegt dit met haar zin: „Veel vroegere pesters blijken zich prima te kunnen handhaven in allerlei sociale verbanden en bereiken niet zelden een leidinggevende positie.”
Wat wil zij hiermee eigenlijk zeggen? Dat pesters sociaal vaardig zijn en dus géén probleem hebben? Ze pesten gewoon, dat hoort erbij. Zo is de mens nu eenmaal. Toch kan hij later prima leidinggevende worden. O ja? En mag ik vragen hoe sommige leidinggevenden de top bereikt hebben? Nogal eens carrièregericht zich omhoog werkend zonder zich om anderen te bekommeren. Ikke, ikke, ikke, is dat niet een trend in deze tijd, zeker binnen de grotere bedrijven?
Leidinggevenden vertonen niet zelden de eigenschappen van een klein pestertje: egocentrisch en hard. Dan komen we als vanzelf weer uit bij sociale vaardigheden. Zijn alle leidinggevenden per definitie sociaal vaardig? Ik denk het niet.
Assertief
De mens is slecht en bekering is nodig, schrijft Van de Wetering. Zeker, maar die wetenschap ontslaat ons niet van onze verantwoordelijkheid. Wij moeten alles doen wat in onze macht ligt om pesten te stoppen. Dat is de boodschap die klinkt in het artikel over pesten.
Bewust benadrukt het artikel dat Femke waarschijnlijk al lang sociaal vaardig is. Dat is niet het probleem. Het pesten is het probleem, en vandaar het pleidooi voor een groepsaanpak via school.
Van de Wetering onderstreept het belang van voldoende en deskundig toezicht. Dat is inderdaad een prachtige aanvulling op het pestprotocol. Ik weet zeker dat genoeg scholen zich dat realiseren en hun best doen om ook in pauzes voor een veilige leefomgeving te zorgen.
Assertief reageren zal waarschijnlijk niet zal helpen, betoogt Van de Wetering verder. Is het niet pessimistisch om daarvan uit te gaan? Kan zo’n training sowieso kwaad? Wat is nu beter, dat Femke in huilen uitbarst of dat ze haar belagers met opgeheven hoofd tegemoet kan treden? Waar zal ze zich beter bij voelen?
Ik blijf erbij: pesters hebben een probleem, een groot probleem! Het komt ergens vandaan, dat pesten. Niemand pest zomaar. Oorzaken kunnen zijn: sociale onhandigheid, machtswellust, onzekerheid, ergernis en wraakzucht. Het kan ook zijn dat de pester thuis vaak gekwetst wordt en dat het pesten een verdedigingsmechanisme is. Ook angst om zelf gepest te worden kan een reden zijn.
„De pester moet worden aangepakt”, zegt Tineke van de Wetering. Zeker, maar hij heeft ook hulp nodig (zie ook kader). Want de pester heeft een probleem, een groot probleem. Hij heeft nooit geleerd om echt naar de ander te kijken. Veel volwassenen kunnen dit helaas nog steeds niet. Gelukkig is hulp mogelijk en zijn we nooit te oud om te leren!
De auteur is pedagoog.
Wat kun je doen?
Wat kun je als ouder doen als je kind anderen pest?
lDenk eerst goed na over de vraag waarom je kind anderen pest en ga daar met je kind over praten.
lLaat duidelijk merken dat pesten echt niet goed is.
lBespreek met je kind wat pesten voor een ander betekent.
lHelp je kind om op een positieve manier om te gaan met andere kinderen, ook op internet.
lHelp je kind om zich aan afspraken en regels te houden.
lVerzin samen oplossingen om het pesten te stoppen.
lBespreek het op school met de leerkracht.
lOp de website schoolenveiligheid.nl staan tips voor kinderen om zich bewust te worden van wat ze doen.
Bron: opvoeden.nl