Gejuich stijgt op aan de Slenk in Urk. „Oranje boven! Leve de koningin!” scandeert het publiek om halfelf. Dan arriveert koningin Máxima bij het Kindcentrum in het vissersdorp.

Twee meisjes van de reformatorische Petrus Dathenusschool staan vooraan bij het dranghek. Rebecca Bakker en Anne-Gré Visscher houden een bord omhoog. „Lieve koningin, wij houden vandaag onze spreekbeurt over het koningshuis. Wilt u even met de klas op de foto?”

In het Kindcentrum spreekt koningin Máxima met enkele gedupeerden van de gasexplosies van vrijdag. Door de ontploffingen zijn zes huizen verwoest en raakten enkele mensen gewond.

Burendag. Daar komt de koningin voor. In een zaal zitten tientallen leden van de buurtvereniging om de tafeltjes. Ze bespreken allerlei ideeën die op gele, groene en oranje papiertjes staan genoteerd. Poppentheater, talentenshow. Een heel lange tafel waar iedereen een plek heeft. Sponsors onder bedrijven zoeken.

Iede de Ridder, gestoken in Urker klederdracht, maakt een praatje met de koningin. Hij vertelt onder meer hoe Urkers hulp­behoevende ouderen een handje helpen. „Door bijvoorbeeld bij hen de ramen te zemen.” Als mensen samen de schouders eronder zetten, kun je veel bereiken, zegt hij. „We hebben voor de kinderen bijvoorbeeld een betonnen tafeltennistafel van 1000 euro gekocht. Zo’n tafel kan zo’n vijftien jaar mee.”

De ook in Urker dracht gestoken Klaas Weerstand, voorzitter van het christelijke Jongeren Opvang Werk (JOW) Urk, sprak vrijdagmorgen eveneens met Máxima. „Ik heb verteld dat een kleine gemeenschap als Urk veel dóet. Ook zei ik dat het in de zomervakantie, als je in een bepaalde week Urk inrijdt, het lijkt alsof er het Loofhuttenfeest wordt gevierd. Dan staat Urk vol met grote tenten, en organiseren de buurten met elkaar een tentenkamp. ”

Op 24 september organiseren het Oranje Fonds en Douwe Egberts de 11e editie van Burendag. Jaarlijks doen daar zo’n 1 miljoen mensen aan mee.