„De natiestaat? Die gaat nog een heel leuke tijd tegemoet”
AMSTERDAM. Heeft Nederland als zelfstandig land zijn langste tijd gehad en gaan we straks allemaal op in het grote Europese geheel? Of is de natiestaat zichzelf juist opnieuw aan het uitvinden?
Tijdens een debat over soevereiniteit en democratie, dinsdagavond in De Balie, werden deskundigen het niet eens. „Jazeker”, antwoordde socioloog en GroenLinksdenker Dick Pels, „Nederland is aan het ingroeien in Europa. Dat gebeurt niet alleen van boven af, op het niveau van instituties, maar ook van onderop. In 2050 spreekt elke jongere in Europa, in welk land hij ook opgroeit, een soort van Engels. Niet hoogstaand, geen perfect British English, maar zij kúnnen elkaar verstaan. Die ontwikkeling naar meer eenheid houd je niet tegen.”
Pels juicht dat ook toe. „Jazeker, er zijn voorbeelden van zeer geslaagde natiestaten. De Scandinavische verzorgingsstaten bijvoorbeeld. Die hebben weinig last van beïnvloeding van buitenaf. Maar in zijn algemeenheid gesproken, is de natiestaat op zijn retour. Ik vind dat niet erg. Ik hoop op een vredelievende, Europese maatschappij waarin landen en burgers minder bang zijn voor elkaar. Dat kán ook, omdat mensen verschillende loyaliteiten kunnen hebben: zowel aan hun geboortestreek als aan Europa.”
Die mening wordt bepaald niet gedeeld door historicus en publicist Geerten Waling. „Dit soort Euro-patriottisme begint momenteel een tamelijk conservatieve opvatting te worden. Wat ik zie is eerder dat de natiestaat zichzelf opnieuw aan het uitvinden is”, zei de wetenschapper, die dit jaar in Leiden promoveerde op een veelgeprezen studie naar het revolutiejaar 1848. Waling en andere debatdeelnemers wijzen op de opkomst, overal in Europa, van krachtige populistische en nationalistische partijen en op het dreigende brexit. „De natiestaat gaat een hartstikke leuke tijd tegemoet”, zei gisteravond historicus en publicist Constanteyn Roelofs. „Steeds meer groeperingen, zoals Catalanen, Schotten en misschien ook wel Friezen zien zo’n ding wel zitten.”
Aanleiding tot het debat van gisteravond is een heruitgave van het bekende 18e-eeuwse pamflet van de patriot Van der Capellen tot den Pol, getiteld ”Aan het volk van Nederland”. Historicus Ewout Klei voorzag de heruitgave van een historische inleiding.
In De Balie klinkt daarom enige malen de vraag of er misschien vandaag de dag een pamflet getiteld ”Aan het volk van Europa” nodig is, om Europese burgers ertoe op te roepen meer werk te maken van een werkelijk democratische EU.
Ook op die vraag komt bepaald geen eenduidig antwoord. Wat Van der Capellen bepleitte: meer volksinvloed, vrijheid van meningsuiting en dergelijke, is inmiddels allemaal bereikt, betoogt Waling. „Het probleem is dat we van dit hoge niveau van verworvenheden bezig zijn weer terug te zakken. Vrijheid van meningsuiting staat onder druk en van een democratisch systeem is op Europees niveau beslist geen sprake.”
Iets van dat terugzakken ziet ook Pels. „Ja, we hebben nu zo af en toe referenda, zoals over Oekraïne. Maar dat heb ik, voor het eerst, bewust aan me voorbij laten gaan. Het stond stijf van leugen en bedrog.”