Commentaar: Rust in de tent van het CDA
Het is rustig bij het CDA. Al langere tijd eigenlijk. En het partijcongres van afgelopen zaterdag bevestigde dat beeld. Nee hoor, aan de poppenkast van een lijsttrekkersverkiezing doen de christendemocraten dit keer niet. Gewoon weer die oude, vertrouwde Buma boven aan de lijst. Zijn positie is intern onomstreden, en wat zou je dan tobben met tegenkandidaten die geen schijn van kans maken, redeneert het partijbestuur. Liever al onze energie besteden aan programma en campagne.
Buma is binnen het CDA hét symbool van continuïteit. In 1994 gestart als fractiemedewerker loopt hij van alle lijsttrekkers, samen met PVV’er Wilders, het langst op het Binnenhof rond. Hij weet uit eigen ervaring hoe het voelt als je als machtigste partij van Nederland in één keer twintig zetels verliest. Hij weet hoe het voelt om, zoals in 2001 gebeurde, verrassend opnieuw de grootste te worden.
Ten slotte, Buma weet hoe het voelt om als partij tot op het bot verdeeld te zijn, elkaar emotionele verwijten te maken en als politieke beweging bijna uiteen te vallen. Juist met het oog op die heftige ervaringen uit 2010, toen voor- en tegenstanders van het gedoogavontuur met Wilders elkaar écht niet meer begrepen, doet de huidige rust in het CDA weldadig aan.
Slaagden de christendemocraten er in de periode 1994-2001 nauwelijks in om als grootste oppositiepartij een deuk in een pakje boter te slaan, onder leiding van Buma wist de Kamerfractie de achterliggende drie jaar enig profiel op te bouwen: een tamelijk rechtse koers en zo min mogelijk meedoen met gedoogconstructies. In de peilingen staat het CDA gestaag op een bescheiden winst.
Ja, je kúnt de sfeer in de partij afdoen als tammetjes en weinig uitgesproken. Met een Buma die op het partijcongres weliswaar enkele malen stevig uithaalt naar de VVD, maar die voor het overige vooral benadrukt dat zijn partij een middenkoers wil varen en zich tegen de polarisatie keert.
Maar voor een ander, meer positief oordeel valt eigenlijk meer te zeggen. Want met zijn uitspraak dat zijn weg „niet verder naar links en niet verder naar rechts leidt”, sluit Buma naadloos aan bij de beroemde woorden van de eerste CDA-lijsttrekker, Van Agt: „We buigen niet naar links en we buigen niet naar rechts”. Het CDA gepositioneerd in het midden van het politieke landschap; hoeveel continuïteit wil je als partij hebben?
Die rust en continuïteit zou voor het CDA ook in electoraal opzicht weleens gunstig kunnen uitpakken. Voor de kiezers die zeggen: ik wil geen Aboutaleb/Asscher/Samsom (doorhalen wat niet van toepassing is), Wilders is mij te rabiaat en de VVD heeft ons de laatste jaren te vaak bedrogen; voor die kiezers zou het CDA weleens een veilig alternatief kunnen zijn.
Maar niet polariseren en een evenwichtige koers varen, zijn behalve voor de partij ook goed voor het land. In een tijd van asielcrises, terrorismedreiging, en internationale instabiliteit (een grillige Poetin, en straks een onvoorspelbare Trump?) kunnen we het ons in Nederland niet permitteren de tegenstellingen te laten oplopen, maar hebben we veeleer dringend behoefte aan rust, bezonnenheid en samenbinding.