Van der Staaij (SGP): Geef nieuw Kamerlid de Grondwet
DEN HAAG. Nieuw aantredende volksvertegenwoordigers zouden van het presidium van de Kamer een exemplaar van de Grondwet cadeau moeten krijgen, vindt SGP-leider Van der Staaij.
„In een tijd waarin we onze Grondwet aan nieuwe Nederlanders zelfs in het Arabisch uitdelen, kunnen we hem toch zéker ook aan nieuw aantredende Kamerleden geven”, zei Van der Staaij donderdag op een symposium over constitutionele toetsing, in de oude vergaderzaal van de Tweede Kamer. „Dan kun je hem op een hoekje van je bureau leggen, er af en toe eens in bladeren, en tot het besef komen dat de Grondwet niet slechts een lastige hinderpaal is op het moment dat je in de politiek iets wilt doordrukken, maar ook iets waardevols en positiefs.”
Volgens de SGP’er halen Kamerleden de Grondwet nu vaak te willekeurig van stal. „Als we het bijvoorbeeld over privacywetgeving hebben, stort iedereen zich op de vraag hoe deze zaken zich verhouden tot onze grondrechten. Maar gaat het over orgaandonatie, dan zijn diezelfde aspecten amper in beeld.”
Het symposium, dat door de Kamer zelf was georganiseerd, richtte zich op de vraag of het parlement de wetten die het aanneemt wel voldoende toetst aan de Grondwet. Soms lijkt het erop dat dit nauwelijks gebeurt. Toen enige tijd geleden in een onderzoek Kamerleden gevraagd werd waaraan zij de wetten die hun worden voorgelegd eigenlijk toetsen, antwoordden van de 134 deelnemende parlementariërs er slechts twee: „Aan de Grondwet.”
Toch is de werkelijke situatie niet zó somber, oordeelden donderdag verschillende sprekers. „Het parlement heeft als verantwoordelijkheid wetten aan de Grondwet te toetsen en doet dat ook”, meende wetenschapper Joost Sillen van de Radboud Universiteit. „Kamerleden doen dat vaak onbewust. In een eeuwenoude rechtstatelijke cultuur als de onze zit dat bij mensen ingebakken.” Sillen kon geen voorbeelden verzinnen, zo zei hij, van wetten die strijdig zijn met de Grondwet en toch het Staatsblad haalden. „Er zijn de laatste jaren wel voorstellen geweest die op dit punt twijfelachtig waren, zoals voorstellen voor een boerkaverbod of een minarettenverbod. Maar niet voor niets liggen die plannen al jaren in de ijskast.”
Toch vond ook Sillen dat het toetsen van wetten aan de Grondwet door de volksvertegenwoordiging béter kan. Zo zou de Tweede Kamer, bijvoorbeeld via een nog in te stellen Kamercommissie voor constitutionele zaken, in de voorbereiding van wetsvoorstellen meer aandacht kunnen besteden aan feitenonderzoek. „Uiteindelijk is het oordeel of een wet past binnen de kaders van de Grondwet altijd een politiek oordeel. Die vraag kan nooit met een wiskundig ja of nee beantwoord worden. Maar wat je als Kamer wel kunt doen, is de feiten die aan dat oordeel ten grondslag liggen, met elkaar zo scherp mogelijk proberen te krijgen.”
Ook de Maastrichtse hoogleraar Monica Claes toonde zich donderdag voorstander van een aparte Kamercommissie voor constitutionele zaken. „Zo maak je het feit dat het parlement aan de Grondwet toetst voor iedereen meer zichtbaar. En dat laatste heeft een eigen, zelfstandige waarde.”