Arbeiders die in 2014 wel ander werk vonden, kwamen in de industrie (bijna 15 procent) en handel (bijna 14 procent) terecht. Bijna een kwart kreeg een baan in de uitzendbranche. Het CBS sluit niet uit dat werknemers via deze weg weer in de bouw gingen werken. De meeste uitstromers, ruim 105.000, waren in 2014 werkloos. Zo’n 18 procent van het totale aantal uitstromers ging met pensioen.

In dezelfde periode (2008-2014) was de instroom 119.000 mensen. De groep blijvers, die in 2008 al in de bouw werkten en dat in 2014 nog steeds deden, was 277.000 mensen groot.

In een reactie op het bericht zegt CNV Vakmensen dat de bouw zichzelf op deze manier uitholt. „Het steeds verder ‘kaasschaven’ van de groep werknemers in loondienst legt een bom onder een hele serie collectieve afspraken”, stelt Gijs Lokhorst van CNV Vakmensen. „Concurrentie op arbeidsvoorwaarden moet worden voorkomen, daarvan moeten ook werkgevers doordrongen zijn. Het terugdraaien van de uitstroom is geen optie. Het weer gezond en aantrekkelijk maken van de sector is dat wel. Daarop moeten werkgevers en vakbonden zich de komende tijd richten.”