De archeoloog Howard Carter vond in 1925 twee dolken, een van ijzer en een met een lemmet van goud, in het omhulsel van de tienerkoning, die meer dan 3300 jaar geleden werd gemummificeerd. Het ijzeren lemmet, met een gouden greep, heeft de onderzoekers sinds de ontdekking door Carter verbaasd; ijzerwerk was zeldzaam in het oude Egypte en de dolk was niet verroest.

Italiaanse en Egyptische onderzoekers analyseerden het metaal met een spectrometer om de chemische samenstelling te bepalen, en vonden een hoog nikkelgehalte en kobalt. Zij vergeleken de samenstelling met bekende meteorieten binnen 2000 kilometer rond de Rode Zeekust van Egypte, en vonden vergelijkbare samenstellingen in een meteoriet.

Die meteoriet, genaamd Kharga, was gevonden op 240 kilometer ten westen van Alexandrië, in de havenstad van Mersa Matruh. In de tijd van Alexander de Grote, in de vierde eeuw voor Christus, was die stad bekend onder de naam Amunia.

De onderzoekers publiceerden hun bevindingen in het tijdschrift Meteoritics & Planetary Science.