Ook VVD laakt boycot refobedrijf
DEN HAAG. Niet alleen christelijke politici zijn kritisch, ook onder meer de lokale VVD-fractie in de gemeente Smallingerland is niet te spreken over de boycot door de Friese gemeente van de agrarische groothandel A. Th. de Boer uit Drachten. Donderdagavond is er in de raad een spoeddebat over de kwestie
VVD-fractievoorzitter Sipke Hoekstra (2 van de 31 zetels in de raad van Smallingerland) noemde het dinsdagmorgen desgevraagd een „slechte zaak” dat het college van burgemeester en wethouders een jaar lang geen zaken wil doen met groothandel De Boer. Het bedrijf, onder leiding van een reformatorische eigenaar, werd onlangs veroordeeld wegens discriminatie van een stagiair met een homoseksuele relatie.
„De Boer is door de rechter gestraft”, aldus de VVD’er. „Dan moet de gemeente zich daar niet nog eens mee bemoeien. Nu wordt het bedrijf dubbel gestraft. Dat is disproportioneel.”
Ook de lokale partij Eerste Lokale Partij (ELK, 3 zetels) is kritisch over het besluit van het college. Fractievoorzitter Yntze de Vries: „Laat heel helder zijn: wat De Boer deed, kan niet. Daar is hij door de rechter gestraft. Maar nu wordt over de rug van De Boer een statement gemaakt door de gemeente. Ik betwijfel of dat de juiste weg is. Gaat de gemeente dan ook niet in zee met bedrijven die zich bijvoorbeeld schuldig maken aan leeftijdsdiscriminatie of het onvoldoende aantrekken van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt? Dat wil ik van het college weten.”
Het lokale CDA (5 zetels), dat een spoeddebat over de kwestie heeft aangevraagd, laakt het collegebesluit. „Wij willen niet dat mensen of bedrijven dubbel gestraft worden door de gemeentelijke overheid. Wij vinden dat De Boer een fout heeft gemaakt. De rechter heeft daar een vonnis over uitgesproken. En dan is het wat ons betreft einde verhaal.”
Fractievoorzitter Pieter van der Zwan van de ChristenUnie in Smallingerland zegt desgevraagd „buikpijn” van de kwestie te hebben. „Aanvankelijk kregen wij mee dat het onontkoombaar is dat het college deze maatregel tegen de door de rechter veroordeelde groothandel neemt. Maar nu rijzen voor ons steeds meer vragen over de juridische houdbaarheid van de beslissing van het college. We vragen ons af of de gemeente wel rechtmatig handelt. Ik wil niet meteen beweren dat de gemeente de groothandel in Drachten dubbel straft. Ik pleit voor de nuance.”
De CU, met 5 van de 31 zetels een van de grotere partijen in de gemeenteraad, wil het college opheldering vragen. „We vragen ons af of de beslissing van de gemeente om een jaar lang geen zaken te doen met de groothandel wel proportioneel is. In hoeverre heeft het afwijzen van de homoseksuele stagiair te maken met de bedrijfsvoering van de groothandel? Als bijvoorbeeld een accountant wordt veroordeeld voor verduistering, kan ik me goed voorstellen dat de gemeente zegt: Wij doen geen zaken meer met deze man. Want dan raakt de zaak waarvoor de accountant veroordeeld is, direct de uitoefening van zijn beroep.”
De CU-voorman in Smallingerland denkt dat de boycot van de gemeente een „unicum” is. „Mocht de gemeente in haar recht staan, dan moet ze een dergelijk beleid consequent doorvoeren. Ook als een christen of wie dan ook wordt gediscrimineerd. Je kunt niet zomaar willekeurig een maatregel toepassen omdat je als gemeente een signaal over een bepaalde kwestie wilt geven.”
Voelt het voor Van der Zwan ongemakkelijk dat ook de CU in het college zit? „Onze wethouder, Marja Krans, gaat heel zorgvuldig te werk. Zij staat pal voor christelijke principes. Daar heb ik geen enkele twijfel over. Recent nog hebben we kunnen voorkomen dat in onze gemeente de koopzondag werd ingevoerd. We verdedigen de zondagsrust met hand en tand. Ook hecht de CU in Drachten bijvoorbeeld aan een goede relatie met Israël. Daarom hebben we ons ingezet om de stedenband met de Israëlische stad Kiryat Ono te behouden en nieuw leven in te blazen.”
De landelijke SGP stelt over de kwestie Kamervragen aan de ministers Plasterk van Binnenlandse Zaken en Kamp van Economische Zaken. SGP-leider Van der Staaij noemde het collegebesluit maandag desgevraagd „onheus en onterecht.” Van de Staaij: „Het bedrijf in Drachten wordt nu dubbel gestraft. De zaak is voor de rechter geweest en nu zet de gemeente het bedrijf ook nog eens de voet dwars. Dit is overtrokken en kan een heksenjacht worden. We willen van de ministers weten of deze boycot juridisch gezien door de beugel kan. Temeer omdat de eigenaar van onbesproken gedrag is.”
Opheldering
De boycot door de gemeente Smallingerland van de agrarische groothandel „voelt niet goed”, zegt landelijk ChristenUniepartijvoorzitter Piet Adema. „Ik krijg het gevoel dat deze ondernemer dubbel gestraft wordt. Ik vraag me af of het besluit van het college van Smallingerland juridisch houdbaar is.”
Wat vindt Adema ervan dat een college waar de CU aan meedoet, tot de boycot komt? „Ik ken de discussies binnen het college van Smallingerland niet. Ik vermoed wel dat de CU-fractie in de gemeenteraad opheldering over deze kwestie zal vragen.”
Deelt Adema de zorg van enkele predikanten dat de godsdienstvrijheid wordt ingeperkt? „Ik heb er alle vertrouwen in dat CU-wethouder Marja Krans binnen het college van Smallingerland alles doet om de godsdienstvrijheid te waarborgen. Godsdienstvrijheid is een ongelooflijk groot goed. Feit is ook dat in Smallingerland kortgeleden is besloten om winkelopenstelling op zondag niet toe te laten.”
Gemeente beroept zich op de wet
De gemeente Smallingerland beroept zich voor haar besluit op de Aanbestedingswet. „Daarin is bepaald dat bij niet-integer gedrag kan worden besloten voor een periode van drie jaar geen zaken te doen met een bedrijf”, meldt het college.
Jurist mr. Carolien Jobse, expert aanbestedingsrecht, stelt dat er nuances zijn te bedenken in de kwestie. Als bijvoorbeeld de eigenaar zou beloven dat hij voortaan geen stagiairs met een homoseksuele relatie weigert, is de maatregel wellicht aanvechtbaar. Als de gemeente „duidelijk communiceert” dat ze discriminatie bestrijdt, „kan ze niet anders” dan het bedrijf boycotten, denkt Jobse.
Bijzonder hoogleraar aanbestedingsrecht prof. H. D. van Romburgh kan zich de stap van de gemeente „voorstellen. De wet biedt daarvoor ruimte. Als het bedrijf hierdoor de strop om de hals krijgt, zou die maatregel buiten proporties zijn. Maar dat lijkt niet het geval.”