CU-voorzitter Adema: Boycot refobedrijf voelt niet goed
DEN HAAG. De boycot door de gemeente Smallingerland van de agrarische groothandel A. Th. de Boer uit Drachten „voelt niet goed.”
Dat zegt landelijk ChristenUnie-partijvoorzitter Piet Adema maandagmiddag desgevraagd.
De gemeente Smallingerland (waar Drachten onder valt) koopt vanaf 1 juni een jaar lang geen producten bij de agrarische groothandel De Boer. Het bedrijf staat onder leiding van Hendrik de Boer, die tot de reformatorische kring behoort. Recent werd De Boer veroordeeld wegens discriminatie van een stagiair. Het bedrijf weerde de jongeman omdat die een homosekuele relatie heeft.
Adema: „Ik krijg het gevoel dat deze ondernemer dubbel gestraft wordt. Ik vraag me af of het besluit van het college van Smallingerland juridisch houdbaar is.”
Wat vindt Adema ervan dat een college waar de CU aan meedoet, tot de boycot komt? „Ik ken de discussies binnen het college van Smallingerland niet. Ik vermoed wel dat de CU-fractie in de gemeenteraad opheldering over deze kwestie gaat vragen.”
Deelt Adema de zorg van predikant ds. Deelstra dat de godsdienstvrijheid wordt ingeperkt? „Ik heb er alle vertrouwen in dat CU-wethouder Marja Krans binnen het college van Smallingerland alles doet om de godsdienstvrijheid te waarborgen. Godsdienstvrijheid is een ongelooflijk groot goed. Feit is ook dat in Smallingerland kortgeleden is besloten om winkelopenstelling op zondag niet toe te laten.”
Buikpijn
Fractievoorzitter Pieter van der Zwan van de ChristenUnie in Smallingerland zegt desgevraagd „buikpijn” van de kwestie rond de boycot te hebben. „Aanvankelijk kregen wij mee dat het onontkoombaar is dat het college deze maatregelen tegen de door de rechter veroordeelde groothandel neemt. Maar nu rijzen voor ons steeds meer vragen over de juridische houdbaarheid van de beslissing van het college. We vragen ons af of de gemeente wel rechtmatig handelt en krabben ons daarover achter de oren. Ik wil niet meteen beweren dat de gemeente de groothandel in Drachten dubbel straft. Ik pleit voor de nuance.”
De CU (met 5 van de 31 zetels een van de grotere partijen in de gemeenteraad van Smallingerland) gaat het college van burgemeester en wethouders om opheldering vragen. „We vragen ons af of de beslissing van de gemeente om een jaar lang geen zaken te doen met de groothandel, wel proportioneel is. In hoeverre heeft het afwijzen van de homoseksuele stagiair te mkaen met de bedrijfsvoering van de groothandel? Als bijvoorbeeld een accountant wordt veroordeeld voor verduistering, kan ik me goed voorstellen dat de gemeente zegt: Wij doen geen zaken meer met deze man. Want dan raakt de zaak waarvoor de accountant veroordeeld is, direct de uitoefening van zijn beroep.”
De CU-voorman in Smallingerland denkt dat de boycot van de gemeente een „unicum” is. „Mocht de gemeente in zijn recht staan, dan moet ze een dergelijk beleid consequent doorvoeren. Ook als een christen of wie dan ook wordt gediscrimineerd. Je kunt niet zomaar willekeurig een maatregel toepassen, omdat je als gemeente een signaal over een bepaalde kwestie wil afgeven.”
Voelt het voor Van der Zwan ongemakkelijk dat de CU in het college zit? „Onze wethouder, Marja Krans, gaat heel zorgvuldig te werk. Zij staat pal voor christelijke principes. Daar heb ik geen enkele twijfel over. Recent nog hebben we kunnen weerhouden dat in onze gemeente de koopzondag werd ingevoerd. We verdedigen de zondagsrust met hand en tand. Ook hecht de CU in Drachten bijvoorbeeld aan een goede relatie met Israël. Daarom hebben we ons ingezet om de stedenband met de Israëlische stad Kiryat Ono te behouden en nieuw leven in te blazen.”