Kerk & religie

„Refo vrijgevig maar niet duurzaam”

BODEGRAVEN. In vergelijking met de gemiddelde Nederlander geven reformatorische christenen tot vijf keer zo veel aan de derde wereld. Op het gebied van duurzame consumptie valt echter nauwelijks een verschil waar 
te nemen. Jammer, aldus drs. 
E. J. Brouwer. „Geld geven aan de derde wereld zonder te letten op de gevolgen van ons consumptiegedrag voor de derde wereld, is water naar de zee dragen.”

Van een medewerker
30 May 2016 12:03Gewijzigd op 16 November 2020 03:52
Symposium van de reformatorische studentenvereniging Depositum Custodi in Bodegraven. beeld Martin Droog
Symposium van de reformatorische studentenvereniging Depositum Custodi in Bodegraven. beeld Martin Droog

De politiek adviseur van de christelijke hulporganisatie Woord en Daad sprak zaterdag in Bodegraven op het jaarlijkse symposium van de reformatorische studentenvereniging Depositum Custodi, waar de studenten nadachten over het thema ”Arm en rijk”.

Brouwer legde de vinger bij de gevolgen van het consumptie­gedrag voor de derde wereld. „Er is een toenemend bewustzijn dat we onze hulpbronnen aan het uitputten zijn. Op veel plekken blijft de regen uit, en wanneer de regen komt, zijn er overstromingen. Allerlei rapporten laten zien dat er zeer waarschijnlijk een relatie is tussen uitstoot en klimaatveranderingen.”

Barmhartigheid

Brouwer vroeg zich af wat de oorzaak is dat reformatorische christenen hier relatief weinig aandacht aan schenken. Dat heeft volgens hem te maken met de redenen waarom er aan de derde wereld wordt gegeven. „Verreweg het belangrijkste motief om te geven, zo blijkt uit onderzoek, is de notie van barmhartigheid, gevolgd door schuldgevoel en verantwoordelijkheid. Dat hulp te maken heeft met gerechtigheid, omdat de rechten van de armen worden geschonden, scoort heel erg laag. Maar onrecht los je niet op met geld; het gaat om het aanpakken van structuren. Het is makkelijk om geld te geven, maar wie van ons zet zich in voor kindslaven of tegen mensenhandel in de seksbranche?”

Brouwer liet zien dat hier in het verleden wel aandacht voor was. „Het christendom heeft een grote rol gespeeld in de afschaffing van de slavernij. Ook de puriteinen hadden aandacht voor rechtvaardige en eerlijke handel. Als de Erskines nu zouden meekijken naar de textielindustrie, dan denk ik dat ze zich daarover zouden uitspreken.”

Onrecht

Dr. J. W. Hengstmengel, onderzoeker aan de Tilburg School of Catholic Theology, liet zien hoe er in de loop van de christelijke traditie is gedacht over arm en rijk. Volgens hem was de notie van gerechtigheid bij de kerkvaders de dominante manier om na te denken over de verhouding tussen arm en rijk. „Ongelijkheid is een vorm van onrecht. Wat de een te veel heeft, heeft de ander tekort.”

Daarnaast speelde de caritas, de naastenliefde, een grote rol. „God is de hemelse Weldoener, Die alles voor ons overhad. Naastenliefde is een vorm van het imiteren van God.”

In de middeleeuwen wordt hulp aan de armen gezien als mogelijkheid om in de hemel te komen. De armoede wordt in zekere zin verheerlijkt, omdat de armen Christus op aarde vertegenwoordigen. De rijken konden hun zonden afkopen door te geven aan de armen. In de vroegmoderne tijd wordt het denken over armen geplaatst onder de paraplu van de voorzienigheid. „God heeft rijken en armen gemaakt en zo heeft Hij het gewild.”

De bril waardoor christenen nu het vraagstuk bekijken, is rentmeesterschap. „We bezitten wat ons door God is toevertrouwd om er goed mee te doen. Onze rijkdom maakt ons verantwoordelijk.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer