Forensisch patholoog Frank van de Goot en fysisch en forensisch antropoloog Tristan Knap onderzochten het lichaam van de jongeman in opdracht van zijn familie. Ook deden ze experimenten met testpoppen die zowel uit een rijdend voertuig als van meters hoogte werden gegooid.

Lesley werd in juni 2010 zwaargewond aangetroffen op de rijbaan onder een brug in Luik. Zijn armen en benen waren gebonden. De Belgische autoriteiten hielden het op zelfmoord.

De onderzoekers concluderen dat de verwondingen van Lesley passen bij een val van de brug. De manier waarop hij terechtkwam en de draai die hij daar voor had moeten maken wijzen er echter op dat hij een beginsnelheid heeft gehad toen hij over het hek van 85 centimeter ging. Lesley’s gebonden handen en voeten zouden het voor hem lastig hebben gemaakt om zichzelf die snelheid te geven.

Omdat Lesley op verschillende plekken verwondingen had, sluiten de onderzoekers ook niet uit dat hij al eerder letsel had opgelopen.

Van de Goot en Knap zien al met al „voldoende redenen om aan te nemen dat het geschetste scenario van zelfdoding door een val van grote hoogte revisie (herziening) behoeft”. Ze hebben het onderzoek gedaan in opdracht van de nabestaanden van Lesley.

Advocaat Sébas Diekstra, die de nabestaanden bijstaat, ziet voldoende aanleiding om in samenwerking met een Belgische advocaat een verzoek tot heropening van de zaak voor te bereiden. „Het nadere onderzoek heeft voldoende nieuwe bevindingen opgeleverd om nieuw strafrechtelijk onderzoek te rechtvaardigen.”

Vwo-scholier Lesley verdween plotseling. Hij kocht in Delft een retourtje Eindhoven en werd nog gezien in Roosendaal toen hij geld pinde. Enkele dagen later werd hij ’s nachts gevonden op het wegdek onder de Kennedybrug in Luik.

Tot een maand na zijn dood wist de familie van Lesley niet wat hem was overkomen. De jongen lag al die tijd ongeïdentificeerd in een Belgische koelcel.