Bestraffing uit Brussel
Bewust vragen een bestraffing te krijgen, lijkt een vorm van zelfkastijding te zijn waar psychologen zich het hoofd over kunnen breken. Minister Zalm heeft dat gedaan. Hij verzocht de Europese Commissie om Nederland een plaatsje te geven op het strafbankje van Europese landen die er niet slagen hun begrotingstekort binnen de perken te houden.Gisteren zette de Commissie de eerste stap om landen met een overmatig tekort aan te pakken omdat ze een potentiële bedreiging zijn voor de stabiliteit van de euro. De Commissie gaf ons land een officiële waarschuwing omdat het de 3-procentsgrens overschrijdt. En wanneer de berisping niet helpt, volgt straks een forse boete.
Minister Zalm van Financiën vindt het uiteraard niet plezierig dat ons land een begrotingstekort heeft. Dat doet pijn. Maar dat Brussel ons daarom aanpakt, heeft zijn volle instemming. Voor Zalm is afspraak afspraak. Daarom heeft hij er in het verleden vurig voor gepleit dat de Commissie zou optreden tegen Duitsland en Frankrijk omdat die de 3-procentsgrens hadden overschreden.
Zalms aandringen op een Europese berisping heeft niet alleen te maken met zijn pleidooi in het verleden om Berlijn en Parijs te bestraffen. Natuurlijk zou het ronduit laf zijn om enkele maanden terug voorstander te zijn van ferm optreden tegen andere lidstaten en dan te knerpen wanneer het om ons eigen hachje gaat. Dat begrijpt de minister heel best.
Maar er is meer. Een officiële waarschuwing van Brussel komt de minister uitstekend uit. Hij beweert al enige tijd dat nieuwe bezuinigingen bittere noodzaak zijn om financiële tegenvallers op te kunnen vangen. Vooralsnog vindt hij daarvoor geen hartelijke bijval. Politici aarzelen om diep in het uitgavenpakket te snijden en ministers zijn niet zo snel bereid de uitgaven van hun departementen te beperken omdat de buikriem al behoorlijk knelt. Nu de Commissie van Den Haag concrete stappen verlangt om de staatskas weer op orde te krijgen, ervaart Zalm dat als een steun in de rug. Met de berisping van Brussel kan hij coalitiepartners en collega-ministers onder druk zetten. Vandaar zijn pleidooi om strikt de regels van het stabiliteitspact na te leven.
De lijn die de minister voorstaat is terecht. Niet in de eerste plaats omdat anders de waarde van het stabiliteitspact onderuit wordt gehaald, al is het zeker waar dat het imago van ons land bij andere naties niet verbetert wanneer de regering onder internationale afspraken probeert uit te komen. De vraag is echter wel in hoeverre op termijn de 3-procentsregel gehandhaafd zal blijven omdat het Europese strafbankje inmiddels al aardig vol zit. Vijf eurolanden zijn daar inmiddels neergezet.
Belangrijker argument voor het standpunt van Zalm is echter dat bezuinigingen onontkoombaar zijn, wil de begroting van ons land ooit op orde komen. De Nederlandse overheid kampt al een kwarteeuw met de gevolgen van het te ruime uitgavenbeleid tijdens het midden van de jaren zeventig. Daardoor is een tekort ontstaan dat in florissante tijden dragelijk is, maar onmiddellijk een blok aan het been wordt wanneer het in economisch opzicht even tegenzit.