Knap werk van DENK, maar met lelijke inktvlek
Opeens krijgen ze allerwegen aandacht. Want zo werkt dat in de Nederlandse journalistiek: wie niet in de peilingen voorkomt, bestaat niet. Maar nu DENK, de politieke beweging van de van de PvdA-afgesplitste Kamerleden Kuzu en Öztürk, bij Maurice de Hond één of twee zetels scoort, is zij plots weer onderwerp van beschouwingen en analyses.
Opmerkelijk is hun kleine succes natuurlijk wel. Want verdwijnen de meeste fractie-afsplitsingen bij de eerstvolgende Kamerverkiezingen roemloos door de achterdeur uit het parlement, DENK zou weleens een blijvertje kunnen zijn.
Wat verklaart nu eigenlijk het feit dat DENK bij een groeiende groep kiezers in beeld komt? Er is een interne en een externe oorzaak. Om met die laatste te beginnen: Turkije is tegenwoordig dagelijks in het nieuws in kranten en tv-uitzendingen. De Turkije-deal, de satire over Erdogan, de arrestatie en vrijlating van Ebru Umar. In die publiciteitsgolf liften de Turks-Nederlandse Kamerleden Kuzu en Öztürk dankbaar mee.
Maar er is ook een interne verklaring. DENK is, organisatorisch en publicitair bezien, gewoon goed bezig. In één jaar tijd wierf de beweging 2100 leden en 130 actieve vrijwilligers. Er is inmiddels sprake van een eigen jongerenbeweging, en onlangs openden de DENK’ers in Rotterdam een heus partijkantoor. Ook een slimme zet: het binnenhengelen van de verbaal begaafde tv-presentatrice Sylvana Simons. Met haar vrouwelijke charme kan zij de beweging misschien verlossen van het wat zurige imago dat haar tot nu toe aankleeft en met haar Surinaamse afkomst van het exclusief Turkse sfeertje.
Dat DENK in de lift zit, heeft zeker ook te maken met de door Kuzu en Öztürk bewust gekozen politieke stijl. Diverse Binnenhof-watchers wezen er de achterliggende weken al op: in feite vormt dit tweetal de getinte variant van blonde Geert. Net als Wilders hanteren Kuzu en Öztürk vaak een verontwaardigde toon, reageren zij regelmatig als door een wesp gestoken, en moet de fijnzinnige nuance bij hen meestal wijken voor uitspraken in de overtreffende trap.
Er is nog een ding dat DENK van Wilders heeft overgenomen: op de man spelen. Dat was vorig jaar goed te zien toen de Tweede Kamer stemde over een CU-motie die erkenning van de Armeense genocide impliceerde. DENK vroeg daar een hoofdelijke stemming over aan en zette de filmbeelden van Turks-Nederlandse Kamerleden die vóór de motie stemden (zoals de PvdA’ers Yucel, Günal-Gezer en Cegerek) op internet. Zo, nu konden alle Turkse Nederlanders eens zien hoe deze volksvertegenwoordigers hun achterban bedotten.
Toegegeven, wettelijk verboden is zoiets niet. Maar in het licht van hoe beschaafde mensen met elkaar plegen om te gaan, moeten dergelijke praktijken op zijn zachtst gezegd als niet netjes worden bestempeld.
Maar dan hebben we het nog slechts over de stijl. Jammerder en kwalijker is de inhoudelijke achtergrond van deze actie: de Armeense genocide van 1915, waarbij misschien wel 1,5 miljoen onschuldige mensen omkwamen, wordt door DENK niet als zodanig erkend. Daarmee schaart de beweging zich op pijnlijke wijze in een honderd jaar oude Turkse traditie om de wandaden van de toenmalige Ottomanen –die door gerenommeerde wetenschappers tegenwoordig algemeen als genocide worden gezien– te ontkennen of aanzienlijk te verkleinen.
Kuzu en Öztürk hebben er een hekel aan als zij er lichtvaardig van worden beschuldigd de lange arm van Erdogan en van Turkije te zijn. Dat zíjn ook geen leuke typeringen. Maar juist in dat licht valt het moeilijk te begrijpen dat zij een zo voor de hand liggende gelegenheid om het tegendeel te bewijzen, namelijk door zich in het kielzog van veel historici uit te spreken voor Turkse erkenning van de genocide, niet aangrijpen.
Dat is een gemiste kans én tot nu toe een van de lelijkste inktvlekken op het blazoen van het nog zo jonge DENK.