Politiek

„Beschermwaardig leven hangt niet af van aaibaarheid”

DEN HAAG. Minister Schippers (VWS) wil de Embryowet verruimen, zo maakte ze vrijdag bekend. Zes vragen.

Redactie politiek
27 May 2016 22:29Gewijzigd op 16 November 2020 03:51
Van der Staaij. beeld ANP
Van der Staaij. beeld ANP

Wat bepaalt de huidige Embryowet?

De huidige wet maakt alleen het gebruik mogelijk van rest­embryo’s; embryo’s die overblijven na een vruchtbaarheids­behandeling en door het ouderpaar voor onderzoeksdoeleinden worden gedoneerd. Speciaal voor onderzoek embryo’s tot stand brengen, is verboden.

Wel is in 2002 bij het tot stand komen van de wet vastgelegd dat dit kweekverbod zou kunnen worden opgeheven of versoepeld, bijvoorbeeld wanneer medisch-technologische ontwikkelingen daar aanleiding toe zouden geven. Dat laatste is volgens Schippers nu dus het geval.

Wordt Nederland het eerste land dat deze wissel omzet?

Nee, in het Verenigd Koninkrijk, België, Zweden, de VS en Japan zijn de voorwaarden voor het mogen kweken van embryo’s al soepeler dan in Nederland.

Komt dit besluit uit de lucht vallen?

Nee, in de Tweede Kamer wordt er al sinds 2012 op aangedrongen. In dat jaar verscheen een evaluatierapport over de Embryowet waarin Schippers er fors van langs kreeg. Door het kweekverbod werden de Nederlandse patiënt veelbelovende klinische toepassingen onthouden, stelden de onderzoekers. Met andere woorden, artsen konden bepaalde veelbelovende therapieën niet ontwikkelen zolang onderzoek met speciaal daarvoor gekweekte embryo’s door de Embryowet werd geblokkeerd.

Diverse partijen, D66 voorop, wilden de Embryowet daarop zo spoedig mogelijk aanpassen. Dat ging Schippers te snel. Zij vroeg eerst een in Rotterdam gevestigd onderzoeks- en adviesbureau, Pallas, concreet te schetsen voor welke veelbelovende therapieën het huidige kweekverbod een sta-in-de-weg zou zijn. Dit extra evaluatierapport verscheen mei vorig jaar.

Wat stelden deze onderzoekers vast?

Zij bevestigden dat onderzoek met speciaal daartoe tot stand gebrachte embryo’s van pas zou kunnen komen in de voortplantingsgeneeskunde, de transplantatiegeneeskunde en bij geneesmiddelenontwikkeling. Daarbij plaatsten zij wel een kanttekening: alleen in de voortplantingsgeneeskunde waren de vorderingen al dusdanig dat er reëel zicht was op nieuwe behandelmethoden voor patiënten.

Zo noemden de onderzoekers als voorbeeld een vruchtbaarheidstechniek voor vrouwen die als kind vanwege leukemie, spier- of levertumoren een behandeling hadden moeten ondergaan die hun vruchtbaarheid had aangetast. Deze kinderen kunnen voor de behandeling weefsel of onrijpe eicellen laten invriezen, die dan later buiten het lichaam tot rijping worden gebracht. Voordat deze techniek echt kan worden aangeboden aan onvruchtbaar geraakte vrouwen, moet ermee worden geëxperimenteerd om de veiligheid en de slagingskansen te testen. Daarvoor zijn embryo’s nodig.

Een tweede behandeling had te maken met het creëren van kunstmatige, menselijke geslachtscellen voor paren met een kinderwens van wie de man of de vrouw geen gezonde geslachts­cellen heeft. Ook daarmee zou moeten worden geëxperimenteerd tot er gezonde embryo’s mee konden worden gemaakt.

Een derde behandeling was speciaal bedoeld voor vrouwen met een ongeneeslijke, erfelijke stofwisselingsziekte die via de eicel wordt doorgegeven van moeder op kind. Door het kweekverbod te versoepelen, zouden artsen aan de slag kunnen met nieuwe ivf-techieken waarbij simpel gezegd het zieke omhulsel van een eicel wordt vervangen door een gezond omhulsel. Bij een geslaagde vervanging geeft de moeder de erfelijke ziekte niet meer door.

Om het binnen afzienbare termijn toepassen van deze drie technieken mogelijk te maken, zou volgens het rapport de Embryo­wet moeten worden aangepast.

En aan die aanbeveling geeft Schippers nu gehoor?

Klopt. Schippers wil de wet aanpassen, zodat het tot stand brengen van embryo’s onder voorwaarden mogelijk wordt. Het kweken moet bedoeld zijn voor therapieën die onvruchtbare vrouwen of vrouwen met een aandoening perspectief bieden op het krijgen van gezonde kinderen. Onderzoekers die hun therapieën ook kunnen testen met restembryo’s kunnen dus geen ontheffing van het verbod krijgen. Ontheffing is ook niet mogelijk voor onderzoek in de transplantatiegeneeskunde.

Wat vinden ChristenUnie en SGP van deze stap?

CU en SGP wijzen Schippers voorstel af. SGP-leider Van der Staaij riep Schippers vrijdag op het uitgangspunt te omarmen dat het menselijk leven beschermwaardig is vanaf de conceptie. „Sommigen zeggen: Voor mij is een embryo een mens na een week. Anderen zeggen: Na een maand. Daarvoor is het een klompje cellen. We mogen zo iets fundamenteels als de beschermwaardigheid van het menselijk leven echter nooit laten afhangen van de aaibaarheid ervan”, aldus Van der Staaij.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer