De mensenrechtenorganisatie richt de beschuldigingen aan het adres van de autoriteiten in Zuid-Soedan. Veel gevangenen zouden door de mishandelingen om het leven zijn gekomen. Zo worden ze in elkaar geslagen door militairen, hebben ze geen contact met de buitenwereld en krijgen ze slechts een keer in de week te eten.

Amnesty concludeert via satellietbeelden dat op ongeveer 20 kilometer afstand van de hoofdstad Juba vier metalen containers staan. Daarin zijn de gevangenen, die vastzitten zonder proces, hun leven niet zeker. De meesten van hen zijn volgens de organisatie burgers die verdacht worden van betrokkenheid bij een voormalige rebellenbeweging. Die groep werd geleid door de huidige vicepresident van het land, Riek Machar.

Amnesty International heeft president Salva Kiir opgeroepen een einde te maken aan de misstanden. In een reactie liet zijn woordvoerder weten dat Zuid-Soedan geen dergelijke containers heeft en dat Kiir geen berichten over het onderwerp heeft ontvangen. Volgens de zegsman zijn de geruchten er enkel op gericht het land in tweeën te doen splijten.

In maart kwam de mensenrechtenorganisatie met een soortgelijk bericht naar buiten. Amnesty liet toen weten dat Zuid-Soedanese regeringstroepen al in oktober vorig jaar doelbewust meer dan zestig mannen en jongens lieten stikken. Zij zaten eveneens gevangen in scheepscontainers. De lichamen werden gedumpt op een veld in de buurt van de stad Leer.

Een conflict tussen president Salva Kiir en vicepresident Riek Machar was twee jaar geleden het startsein voor de nog altijd durende burgeroorlog. Het conflict tekent zich langs etnische lijnen af. De Dinka-stam steunt Kiir, die een van hen is. Machar wordt op zijn beurt gesteund door de Nuer. Het conflict heeft al aan meer dan 10.000 mensen het leven gekost.