Dat zei E. Sigger, bij de Nederlandse Spoorwegen verantwoordelijk voor de invoering van de chipkaart, woensdag in Schiedam. Treinreizigers krijgen van de NS in de loop van 2005 de chipkaart. Begin 2006 zijn alle papieren treinkaartjes verdwenen en kunnen de passagiers alleen nog maar met hun pas betalen. Dat jaar krijgen de eerste grote stations bovendien toegangspoortjes. Uiteindelijk moet het overgrote deel van de stations in 2007 dergelijke poortjes hebben. Op de Hoekse Lijn begint volgend jaar een proef met de chipkaart.

De pas kan gebruikt worden voor bussen, treinen en trams. Reizigers kunnen eenvoudig overstappen, zonder gedoe met verschillende kaartsoorten, stelt Sigger. De chipkaart wordt gescand bij het in- en uitstappen. Ook moet het openbaar vervoer veiliger worden, omdat zwartrijden erg lastig wordt.

Het elektronisch betaalbewijs is aanvankelijk alleen te gebruiken voor het reizen zelf, maar de winkels op de stations moeten de kaart op termijn ook accepteren. Ook de fietsenstalling, parkeergarage of (trein)taxi kan er straks mee betaald worden.

Treinreizigers kunnen er in de toekomst waarschijnlijk voor kiezen om de chip niet op een plastic pas, maar bijvoorbeeld in hun horloge te laten zetten. „Het gaat om de chip, niet om de kaart”, aldus Sigger.

Door de invoering van de kaart verandert de rol van conducteurs. Ze gaan vooral informatie geven. De komende jaren is de NS van plan 1000 werknemers onder het rijdend personeel te schrappen. De invoering van de chipkaart is een van de redenen daarvoor.

Ook moeten sommige stations verbouwd worden. Sigger: „Het kan nodig zijn ingangen te verhuizen of de automaten te verplaatsen.” De NS gaat ervan uit dat fraude met de nieuwe betaalpas niet mogelijk is. Om criminelen echter een stap voor te zijn, heeft de producent van de kaart computerkrakers in dienst om mogelijke gaten in de beveiliging te ontdekken.