Minister erkent falen ambtelijke top Justitie
DEN HAAG (ANP). Minister Ard van de Steur (Veiligheid en Justitie) erkent dat de ambtelijke top van zijn departement onvoldoende heeft gefunctioneerd. Hij reageert hiermee op de conclusies van de commissie-Oosting, die onderzoek deed naar de bonnetjesaffaire in de zogenoemde Teeven-deal. De bewindsman bevestigt dat er in deze kwestie „veel is misgegaan”.
De commissie maakt zich grote zorgen over de cultuur op het ministerie. Aan de top was er een „evident gebrek aan regie in de politiek zeer gevoelige zaak”.
Er wordt nu fors geïnvesteerd in het beter functioneren van de ambtelijke top, reageerde Van der Steur woensdag. Hij zegt in een schriftelijke verklaring niets over zijn eigen functioneren of positie.
Volgens de minister zullen de geconstateerde problemen in de toekomst zo veel mogelijk worden voorkomen, omdat er nu „structureel meer contact is met en tussen de ambtelijke top”. De wijze waarop met incidenten wordt omgegaan, wordt herzien en waar nodig verstevigd, benadrukt hij. Ook wordt er meer ruimte voor professionele tegenspraak georganiseerd. „Het is overduidelijk dat er af en toe fouten worden gemaakt, maar waar het om gaat is dat we de risico’s dat dat gebeurt zo klein mogelijk maken.”
De minister kwam tijdens een persconferentie ook terug op de suggestie die staatssecretaris Klaas Dijkhoff en hij hadden gewekt, dat hun eigen ICT-mensen niet goed genoeg waren om het bonnetje te vinden. „Dat bleek niet te kloppen. Het misverstand is in een goed gesprek rechtgezet”, aldus Van der Steur. Hij is deze week bij de ICT’ers op bezoek geweest en „onder de indruk van kennis en inzet” geraakt. Hij heeft ze zijn „dank en complimenten” overgebracht.