Commentaar: D66: Redeloos alternatief
Ja hoor, daar gaan we weer. Hebben we net een gedegen rapport voorgeschoteld gekregen van de commissie-Schnabel dat betoogde dat onze euthanasiewetgeving goed functioneert en dat het níét verstandig zou zijn om deze nog verder te verruimen, komen maar liefst drie organisaties, te weten de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE), de Coöperatie Laatste Wil en D66, met voorstellen om het verstrekken van zelfdodingspillen mogelijk te maken of daar proeven mee te beginnen.
Dat de NVVE en de Coöperatie Laatste Wil met zulke initiatieven komen, verbaast niemand. Maximale vrijheid rond zelfdoding is hun missie en bestaansrecht.
Anders ligt het bij D66. Dat het Kamerlid Dijkstra deze week aankondigde met een wetsvoostel te komen dat de voorwaarden moet regelen waaronder het voorschrijven en verstrekken van een dodelijke pil aan 80-plussers is toegestaan, roept wel degelijk enige verbazing op.
Die verbazing heeft in de eerste plaats te maken met het feit dat het nu juist een D66’er was, namelijk senator Schnabel, die nog geen vier maanden geleden betoogde dat verdere verruiming van regelgeving niet verstandig is. Jammer dat zelfs een waarschuwend betoog vanuit eigen gelederen een partij als D66 er niet van weerhoudt op een heilloos spoor door te gaan.
In de tweede plaats is het verbazingwekkend dat een zo hecht en doortimmerd betoog van een breed samengestelde bezinningscommissie op de partij van Pechtold blijkbaar weinig indruk maakte. Want de argumenten van Schnabel en de zijnen sneden wel degelijk hout. Kort gezegd kwamen zij erop neer dat de huidige euthanasiewet artsen al veel ruimte biedt om euthanasieverzoeken in te willigen, dat verruiming van deze wet de huidige praktijk (die door de commissie als veilig, zorgvuldig en toetsbaar werd getypeerd) onder druk kan zetten, en dat –om niet meer te noemen– het ongewenste effect van verruiming zou kunnen zijn „dat de toch al negatieve beeldvorming over ouderen wordt versterkt.”
Nogmaals, vreemd en betreurenswaardig dat D66 dit bezonken oordeel zo weinig in haar gedachtegang lijkt te verdisconteren.
Sowieso is het merkwaardig dat een partij die vijftig jaar geleden werd opgericht om verouderde ideologische scheidslijnen in de politiek te doorbreken en die te vervangen door een pragmatische aanpak, nu zélf zo vast lijkt te lopen in ideologisch gedram. Half Nederland zegt: De term ”bij de gratie Gods” is een detail, daar maken wij ons niet druk om. D66: Die term moet en zal verdwijnen. Minister Plasterk zegt: Vooruit dan, als een meerderheid van de partijen de Zondagswet wil schrappen, dan doe ik dat. D66: Wij willen het toch nét op een andere manier doen, dus we dienen ook zelf nog eens een initiatiefwet in. De pragmatische Schnabel zegt: Het is echt beter de euthanasiewet te laten zoals hij is. D66: En toch moet hij worden opgerekt.
Kortom, na een halve eeuw kan D66 de kreten ”pragmatisme” en ”redelijk alternatief” gevoeglijk bij het oud vuil zetten. Die passen echt niet meer bij een partij die zo veel energie steekt in pietluttigheden, overbodigheden en redeloze alternatieven.