Dr. Van Kooten spreekt over antichrist in derde Ankerlezing Gouda
GOUDA. Aan het einde van de geschiedenis komt er een persoonlijke antichrist. Hij spreekt lastertaal tegen God en meent de tijden en de wet te kunnen veranderen. Een bepaalde tijd krijgt hij daartoe ook de macht. Dat stelde dr. R. van Kooten maandagavond in de derde Ankerlezing, die gehouden werd in de Westerkerk te Gouda.
Aangrijpende ontwikkelingen op wereldschaal doen bij veel christenen de vraag opkomen of deze gebeurtenissen tekenen van de eindtijd zijn. Dr. Van Kooten, docent aan het Hersteld Hervormd Seminarie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, bezag de antichrist gisteravond vanuit de realiteit van de geschiedenis, zoals die onder andere door Daniël is voorzegd. „Niettemin ben ik vuurbang om van een paar teksten uit de Bijbel die over de antichrist spreken een schema voor de eindtijd te maken. Voor mij is met betrekking tot de eindtijd van belang dat het Evangelie de einden der aarde zal bereiken en dat Israël tot bekering komt.”
In het visioen dat Daniël in hoofdstuk 7 ontvangt, komen er vier dieren op uit de zee. Het vierde dier heeft tien horens. Daartussen rijst een hoorn op die de andere tien aan de kant drukt. „Deze hoorn voert oorlog tegen Gods volk. De heiligen worden verslagen. De tien hoornen zijn tien koningen. De elfde komt als de tien geweest zijn. Van de elfde wordt gezegd dat die heerschappij voert tot de oordeelsdag.”
Dr. Van Kooten keek ook naar de geschiedenis en schetste Antiochus IV Epifanus (251-164 voor Christus) als een weerzinwekkend hoogmoedige verschijning, die zichzelf voor een vleesgeworden god hield. Deze periode van Israëls geschiedenis noemde dr. Van Kooten een voorspel van wat er gebeuren zal in de laatste dagen.
In 2 Thessalonicenzen 2 geeft Paulus een scherpe beschrijving van de antichrist, aldus de predikant. „Verwarring zaaiende dwaalzieke geesten proberen onrust te stoken in de gemeente. Volgens hen was de dag van Christus al aangebroken. Maar Paulus zegt dat die dag niet komt, tenzij eerst de afval gekomen is en aan de mens van de wetteloosheid de zoon van het verderf geopenbaard is.”
Paulus noemt hem de tegenstander, die zich verheft boven al wat God genoemd of als God vereerd wordt, zodat hij als God in de tempel van God gaat zitten en zichzelf als God voordoet. Net als Antiochus. „Deze antichrist, de wetteloze, wordt weerhouden totdat hij uit het midden verdwenen is. De Heere zal hem verteren door de Geest van Zijn mond.”
Dr. Van Kooten ziet de antichrist zich samenballen in Lenin, Stalin en Hitler. De geschiedenis is niet tevergeefs geweest, stelde hij. „Het is onmiskenbaar zichtbaar dat de mens buiten Christus hopeloos verdorven is en alles verderft. Om dit transparant te maken, krijgt de satan gelegenheid om de mensheid tot climax in de wetteloosheid te brengen. Maar als Christus ten tonele verschijnt, blijken er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde te zijn. Daar wordt het paradijs voor eeuwig gevestigd.”
De Ankerlezingen liggen in het verlengde van de toerustingsavonden die voorheen in Ede (THGB) en in Gouda (Gouds Leerhuis) werden gehouden.