Congo sluit kampen om herbergen rebellen
LUBERO. De sluiting van vluchtelingenkampen in Oost-Congo vergroot het menselijk leed daar nog meer. Die waarschuwing van de VN lijkt aan dovemansoren gericht.
Politieke leiders in de provincies Noord-Kivu en Ituri en het Congolese leger hebben gedreigd vluchtelingenkampen te sluiten. Die zijn volgens hen broedplaatsen van geweld, een schuilplek voor de rebellen van de FDLR.
Deze groep van circa duizend Hutu-rebellen uit Rwanda heft in de stad Lubero bijvoorbeeld belasting van de inwoners.
Alleen al in Noord-Kivu zijn ruim 780.000 inwoners op de vlucht. Gevechten tussen opstandelingen en het leger hebben sinds oktober 2014 aan zeker 1100 burgers het leven gekost.
„De kampen zijn broedplaatsen van criminelen”, stelde gouverneur Julien Paluku tegenover VN-persbureau IRIN. Ongeveer 50.000 vluchtelingen in Noord-Kivu zijn naar het zuiden gevlucht en opgevangen in kampen rond Mpati, 100 kilometer ten westen van de provinciehoofdstad Goma. Maar door zware gevechten zijn 30.000 ontheemden die kampen weer ontvlucht.
Nadat in maart twee militairen bij een kamp in Mpati zijn gedood, waarschijnlijk door rebellen, hebben de autoriteiten aangekondigd drie opvangkampen met circa 19.000 vluchtelingen te sluiten.
Volgens hulpverleners hebben de autoriteiten zelf schuld aan de aanwezigheid van wapens in de opvangkampen. „Wapenbezit is een openlijk geheim”, zei mensenrechtenactivist Omar Kavota tegen IRIN. „De kampen herbergen strijders. Het bestuur is een puinhoop.” VN-rapporteur Chaloka Beyani verklaarde na een bezoek aan verschillende kampen dat sluiting niets oplevert. „Het leidt alleen tot meer onveiligheid en ontheemding.”