Geestelijk verstaan
Johannes 16:15
„Al wat de Vader heeft is Mijne; daarom heb Ik gezegd dat Hij het uit het Mijne zal nemen en u verkondigen.”
Om de geestelijke dingen recht te verstaan en te begrijpen, moeten wij overwegen de werkingen van God, als Drie in Een.
Allereerst volstrekt in alle soorten goddelijke werken. Daarbij behoren werking en werk in het algemeen en onverdeeld tot elke Persoon. Die komen voort van elke Persoon, omdat zij allen uitwerkingen zijn van de wezenlijke eigenschappen van dezelfde Goddelijke natuur, Die in Hen allen is, of liever, Die de ene natuur van hen allen is.
Evenwel, zoals Zij één natuur hebben, is in die natuur een orde van bestaan. De onderscheiden Personen werken in de orde van hun bestaan (Johannes 5:19, 20): „Voorwaar zeg Ik u, de Zoon kan niets van Zichzelven doen, tenzij Hij den Vader dat ziet doen; want zo wat Die doet, hetzelve doet ook de Zoon desgelijks.”
De Vader werkt niet eerst in orde van tijd, en dan de Zoon, Die het ziet, een ander werk, maar het is het eerste gelijk. Maar de Zoon doet hetzelfde werk als de Vader doet. Dit is volstrekt noodzakelijk, om Hun eenheid in natuur. Nochtans is in de orde van Hun bestaan, de Persoon des Vaders de oorsprong van alle goddelijke werken in hun grond en beginsel, en wel in de orde van de natuur voorafgaande aan de werking van de Zoon. Van Hem wordt daarom gezegd te zien wat de Vader doet.
John Owen, predikant te Fordham
(”Een verhandeling aangaande de Heilige Geest”, 1746)