Verzet tegen uitlevering aan Turkije
DEN HAAG (ANP). Een Nederlandse moordverdachte verzet zich donderdag in hoger beroep tegen zijn uitlevering aan Turkije. De Turken willen hem vervolgen voor betrokkenheid bij een roofmoord, maar volgens zijn advocaat Bart Stapert is er geen direct bewijs. Stapert: „Sterker nog, een overlevende getuige heeft anderen als daders geïdentificeerd.”
Het gerechtshof in Den Haag buigt zich nu over de zaak. Eerder gaf de rechtbank toestemming om de Nederlander uit te leveren.
De Turken verdenken de Nederlander van de moord op Elyas Mbayed op 22 mei 2014 in de Turkse stad Izmir. Zijn vrouw overleefde de overval en ze heeft Ali S. niet gezien.
„Processen in Turkije duren soms jarenlang, de gevangenisomstandigheden zijn abominabel, en andere onderdelen van het recht op het eerlijk proces worden vaak met voeten getreden”, benadrukt de advocaat. „Turkije is met Rusland een van de landen die het meest worden veroordeeld door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Toch zegt Nederland vertrouwen te hebben in Turkije.”
Dit vertrouwen lijkt ook in schril contrast te staan met de positie die Nederland inneemt in de Turkse zaak tegen columniste Ebru Umar, vindt Stapert. „Vice-premier Lodewijk Asscher zei vorige week dat hij zich een uitlevering van Umar niet kon voorstellen.”
„Mijn cliënt loopt kans jarenlang in de gevangenis te moeten wachten tot zijn zaak wordt behandeld”, stelt de advocaat. „Als hij dan wordt veroordeeld, is de vraag of Turkije hem in Nederland zijn straf zal laten uitzitten. Ondanks toezeggingen van Turkije is tot nu toe nog geen enkele veroordeelde Nederlander op die manier teruggekeerd.”
Volgens Stapert lijkt Nederland met twee maten te meten. Hij vindt dat „de Nederlandse en Europese relatie met Turkije nu zo onvoorspelbaar zijn, dat alle uitleveringen in ieder geval tijdelijk moeten worden stopgezet.”
Een woordvoerster van het ministerie van Veiligheid en Justitie zegt niet op deze zaak te kunnen ingaan, omdat die nog onder de rechter is.