De Dow-Jonesindex eindigde 1 procent lager op 17.529,98 punten. De brede S&P 500 daalde 0,9 procent tot 2047,21 punten en de technologiebeurs Nasdaq zakte met 1,3 procent tot 4715,73 punten.

Op macro-economisch vlak bleek de inflatie in april te zijn aangetrokken. De huizenmarkt en industrie deden het beter dan verwacht. De Fed publiceert woensdag de notulen van de meest recente beleidsvergadering.

Machinebouwer Caterpillar won 0,5 procent en was daarmee een van de weinige stijgers in overwegend roodgekleurde Dow. Home Depot zakte met een min van 2,5 procent het hardst weg, na kwartaalcijfers die niet goed werden ontvangen. Andere grote verliezers waren American Express en Coca-Cola. Ze speelden tot circa 2 procent aan beurswaarde kwijt.

Buiten de Dow werd voedingsmiddelenbedrijf Kraft Heinz 4,3 procent minder waard. AbbVie zakte 3,5 procent na een bericht dat een belangrijk patent van de farmaceut mogelijk ongeldig is.

Energiebedrijven profiteerden van speculatie dat de ruwe olievoorraad in de Verenigde Staten aan het afnemen is. Southwestern Energy en Williams kregen er tot bijna 7 procent bij.

Pandora Media won dik 6 procent, nadat aandeelhouder Corvex Management er openlijk op had aangedrongen dat de internetradiopionier zichzelf in de etalage zou moeten zetten.

Verder zette Freeport-McMoran de sterke koersstijging van maandag door, dankzij een hoger beleggingsadvies van zakenbank Jefferies. De mijnbouwer won 4,3 procent. Kredietverlener LendingClub daalde juist bijna 9 procent, na vorige week ook al flink aan beurswaarde te hebben verloren.

De olieprijs liep verder op na maandag al het hoogste niveau in zes maanden te hebben bereikt. De prijs van een vat Amerikaanse olie stond 1,7 procent hoger op 48,53 dollar en Brentolie werd 1 procent duurder op 49,45 dollar per vat.

De euro was 1,1316 dollar waard, tegen 1,1340 dollar bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag.