Petitie: Pak geweld in jeugdzorg structureel aan
DEN HAAG. Bescherm kinderen in de jeugdzorg tegen geweld. Die hartenkreet is de kern van een petitie die de Tweede Kamer dinsdag kreeg aangeboden. Een toelichting door de initiatiefnemers.
„Ik heb genoeg verhalen”, waarschuwt jeugdarts in ruste Ferko Öry (71). In het uur dat volgt, diept hij uit zijn geheugen de ene na de andere schrijnende kwestie op van kindermisbruik en/of kindermishandeling waarvan hij in zijn loopbaan getuige is geweest. „Ik herinner mij een jochie van 11 dat ’s nachts door zijn moeder werd aangeboden aan mannen die seksueel contact wilden met minderjarigen. Toen er eindelijk een onderzoek werd opgestart, werd daarbij ook zijn leerkracht op school ondervraagd. Hij zei: „Tja, je kunt overal wel wat achter zoeken. Slaperige kinderen heb je in elke klas.”
Öry’s verhalen bevatten onmiskenbaar één rode draad: Geweld tegen kinderen in relaties is voor gezagsdragers en autoriteiten in Nederland nog te veel een blinde vlek. Al jaren spant hij zich in om de werkwijze van de jeugdzorg en die van kinderrechters veranderd te krijgen. Dinsdag overhandigde hij de Tweede Kamer een petitie die daar toe oproept. Öry deed dat samen met Tineke Franssen van Stichting Zijweg, die zich inzet voor vrouwen en kinderen die slachtoffer zijn van partnergeweld. Ook oud-kinderrechter Frans van der Reijt, oud-hoogleraar Rechten van het Kind Jan Willems en hoogleraar forensische psychologie Corine de Ruiter zetten hun handtekening.
Directe aanleiding voor de petitie is de tragische dood van Sharleyne Remouchamps, vertelt Öry in het Tweede Kamergebouw. Het meisje, ook wel bekend als het meisje van Hoogeveen, werd op 8 juni 2015 dood aangetroffen onderaan de flat waarin ze, op de tiende verdieping, opgroeide bij haar zwaar verslaafde moeder. Het strafrechtelijk onderzoek naar de betrokkenheid van de moeder bij het overlijden van haar kind bloedde dood. Duidelijk werd wel dat ze haar kind zwaar verwaarloosde. Zo was het meisje jarenlang tegen wil en dank getuige van de gewelddadige ruzies tussen de moeder en haar vriend.
Sharleynes vader zette jarenlang tevergeefs alles in het werk om het meisje weg te laten halen bij haar moeder, nadat zijn relatie met haar was gestrand. Hij kreeg onder meer te horen dat hij geen gezag had over het kind en daardoor feitelijk niets te vertellen had. Öry: „In de zaak-Hoogeveen kun je achteraf wel tien momenten aanwijzen waarop de autoriteiten hadden moeten ingrijpen. Maar er gebeurde niets.”
Wat moet er anders volgens u?
Öry: „Pas als kindermishandeling leidt tot het overlijden van een kind komt er een inspectieonderzoek. Dat is veel te laat. Vervolgens vertrouwt de Tweede Kamer erop dat de sector lering trekt uit de inspectierapporten, maar het blijft incidentenpolitiek.
Wij staan voor dat een terzake deskundige, zoals bijvoorbeeld een forensisch psycholoog, voortaan bij elke vecht-of conflictscheiding standaard een feitenonderzoek doet naar de vraag of een van beide ouders geweld uitoefent jegens de ander en/of jegens de kinderen. Volgens buitenlands onderzoek is daar bij de helft van alle conflictscheidingen sprake van. Daar moet dus systematisch op worden gescreend.
Verder willen wij erop aandringen dat de jeugdzorg en de rechter na een scheiding de niet-verzorgende ouder nadrukkelijker horen. In de praktijk is dat vaak degene die belangrijke signalen over kindermishandeling oppikt. Als derde willen wij laten nagaan of partners die elkaar regelmatig te lijf gaan en hun kind daar willens en wetens tot getuige van maken daarvoor strafbaar kunnen worden gesteld.”
De verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg ligt sinds vorig jaar bij gemeenten. Is de kindveiligheid daardoor hoger op de agenda beland?
Franssen: „Nee, zeker niet. Per 1 januari 2015 zijn het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) samengevoegd tot één integraal advies- en meldpunt: Veilig Thuis. Uit een recent inspectierapport blijkt dat onder meer de toegankelijkheid van Veilig Thuis voor slachtoffers en de deskundigheid van medewerkers van Veilig Thuis en van de sociale wijkteams nog flink te wensen over laat. In veel sociale wijkteams is onvoldoende specialistische deskundigheid om signalen van geweld te herkennen. Het ontbreekt de jeugdzorg niet aan toewijding en goede wil, maar er is nog ontzettend veel te verbeteren.”