Hevige strijd in Irak
Op een van de meest gewelddadige dagen sinds de val van Saddam Hussein hebben opstandelingen in Irak dinsdag ten minste twaalf Amerikaanse mariniers gedood. Buitenlandse militairen moesten het de afgelopen 24 uur in zes steden opnemen tegen opstandelingen. Daarbij vielen alleen al woensdagmorgen aan Iraakse zijde meer dan veertig slachtoffers.
De coalitietroepen voeren sinds drie dagen hevige strijd op twee fronten, zowel tegen soennieten als sjiieten. De gevechten hebben inmiddels aan meer dan honderd Irakezen en dertig buitenlandse militairen het leven gekost. Woensdagmorgen vielen bij gevechten tussen Amerikanen en soennitische strijders in de stad Fallujah ten minste 36 Iraakse slachtoffers.
Fallujah is een van de felste verzetshaarden in Irak. De stad ligt in het gebied ten noorden en westen van Bagdad, waar de bevolking in meerderheid soennitisch is en de aanhang van Saddam Hussein het grootst is. Bij confrontaties tussen militairen van de coalitie en aanhangers van de radicale sjiitische leider Muqtada al-Sadr, in de voor moslims heilige stad Karbala, kwamen zeker acht personen om. Vijf van hen zouden de Iraanse nationaliteit hebben. Een korporaal zei dat het leger in Fallujah voor het eerst geconfronteerd wordt met guerrillastrijders die zich in de stad hebben verschanst.
De Amerikanen werden dinsdag in het soennitische Ramadi geconfronteerd met een van de ernstigste tegenslagen sinds het einde van de grote gevechten, een jaar geleden. Bij het gouvernementsgebouw in de stad doodden opstandelingen twaalf mariniers.
Het Witte Huis reageerde onmiddellijk en zei dat het zich door de verliezen niet uit het veld zal laten slaan. „Ons voornemen staat vast, ons voornemen is onwrikbaar en we zullen overwinnen”, liet de Amerikaanse president Bush via een woordvoerder weten.
De bewindvoerder van Bush in Irak, Paul Bremer, zei dat de vorming van een interim-regering door de nieuwe golf van geweld niet in gevaar komt. Hij zei dat Washington bij het voornemen blijft om op 30 juni de macht aan de Irakezen over te dragen. Ook de Britse premier Blair stelde zich dinsdag op dit standpunt.
De vele Amerikaanse slachtoffers en de beelden van zwarte zakken waarin hun lichamen werden afgevoerd, voedden ondertussen in de Verenigde Staten een crisissfeer. Minister van Defensie Donald Rumsfeld reageerde op berichten in de media dat de Amerikaanse officieren in Irak om versterking zouden hebben gevraagd. De minister zei dat de Verenigde Staten 135.000 militairen in Irak hebben en dat de bevelhebbers niet te kennen hebben gegeven dat dit aantal onvoldoende is. Bronnen rond het Witte Huis lieten weten dat Bush en Blair op 16 april in Washington over het toegenomen geweld in Irak zullen praten.
Bij de recente gevechten zijn niet alleen Amerikaanse militairen betrokken. Zo werden in de zuidelijke stad Nasiriya bij confrontaties tussen Italiaanse militairen en volgelingen van al-Sadr dinsdag vijftien Irakezen gedood. Ten zuiden van Nasiriya werd een konvooi van zes vrachtwagens aangevallen, waarbij een Bulgaarse chauffeur om het leven kwam.
Nasiriya grenst aan de provincie al-Muthanna, waar circa 1260 Nederlandse militairen zijn gestationeerd. Bestuurders daar zeiden tegenover het Japanse persbureau Kyodo dat aanhangers van al-Sadr het gouverneursgebouw wilden aanvallen, maar dat die daar na overleg van hebben afgezien.
Minister van Defensie Kamp zei dat de Nederlanders in Irak de alertheidsfase hebben verhoogd, nadat de Britten daartoe een oproep hadden gedaan. VVD-fractievoorzitter Van Aartsen reageerde in de Tweede Kamer op het toegenomen geweld in Irak. Hij zei dat dit niet het moment is voor Nederland om af te marcheren.
Een luitenant van de Iraakse burgerbescherming maakte bekend dat militieleden van al-Sadr samen met Iraakse veiligheidstroepen de controle over de Iraakse stad al-Kut hebben overgenomen. Pogingen van Oekraïense militairen om de macht er over te nemen, mislukten. Bij de gevechten kwam een militair uit het Oost-Europese land om het leven.
De Japanse troepen in Irak hebben hun werkzaamheden in de stad Samawah opgeschort in verband met de veiligheidssituatie. Dat meldde het Japanse persbureau Kyodo dinsdag op gezag van functionarissen bij het ministerie van Defensie. Als de feestelijkheden voorbij zijn, zullen de Japanners bekijken of de situatie het toelaat dat de troepen de wederopbouwactiviteiten in de stad weer oppakken.
Een Amerikaanse luchtaanval op een buitenwijk van Sadr City, een sjiitische voorstad van Bagdad, heeft de afgelopen nacht aan zeker vier Irakezen het leven gekost. Zeven anderen raakten gewond, zo maakte personeel van een lokaal ziekenhuis bekend.
Een schotenwisseling tussen Amerikaanse militairen en demonstrerende Irakezen, woensdag ten westen van de Noord–Iraakse stad Kirkuk, heeft zeker acht Irakezen het leven gekost. Twaalf anderen raakten gewond, zeiden ziekenhuisfunctionarissen.
De Irakezen protesteerden tegen de Amerikaanse acties in de stad Fallujah. Volgens de plaatselijke politiecommandant waren in Hawija ongeveer 1500 mensen de straat opgegaan om uiting te geven aan hun ongenoegen over het Amerikaanse optreden in Fallujah. Een aantal betogers zou het vuur op Amerikaanse militairen hebben geopend, waarna die terugschoten. Onder de gedode Irakezen is een kind.