Het braafste jongetje van de klas
De Nederlandse regering laat de scheepsbouw varen. Met die boodschap trokken zo’n 4000 werknemers uit de sector dinsdag naar Den Haag om financiële steun te eisen. Geen subsidie? Best, maar dan alleen als de andere Europese landen ook geen overheidsgeld in de scheepsbouw steken.
Half Den Haag is er getuige van hoe luid een scheepshoorn klinkt. De toeter, gemonteerd op een auto, houdt de sfeer erin terwijl de duizenden scheepsbouwers op het kale Malieveld meer dan een uur staan te kleumen, wachtend op bussen vol collega’s die nog in de files staan. „Daar is Kinderdijk. En Sliedrecht komt er ook aan.” Met felgekleurde paraplu’s trotseren de werknemers van de bedreigde sector de regen en de gure wind. Een spandoek zwiept heen en weer: ”SOS. Scheepsbouw in nood.”
Tevergeefs verzette Nederland zich in de Europese Unie tegen een besluit dat overheden in staat stelt om de bouw van bepaalde typen schepen te steunen met subsidies tot 6 procent van het orderbedrag. De subsidie wordt inmiddels in tal van Europese landen verstrekt. Maar Nederland houdt de hand op de knip. Misnoegde actievoerders: „Wij willen weer eens roomser zijn dan de paus.” CU-kamerlid Slob: „Nederland moet niet het braafste jongetje van de klas willen zijn en daardoor op achterstand raken.”
Naast de subsidieregeling willen de scheepsbouwers dat het kabinet er met een garantiefonds voor zorgt dat werven goedkoper geld kunnen lenen. Bovendien eisen werkgevers en werknemers maatregelen om innovatie in de sector te stimuleren.
Hoe dreigend de toekomst ook, actievoeren is vooral leuk, getuigen de glunderende gezichten in de kleurrijke stoet. „Voor de meesten van jullie is dit de eerste keer”, weet een vakbondsman. De tekst van de uitgereikte T-shirts, ”Scheepsbouw = innovatie”, wordt luid gescandeerd.
In de stoet lopen werkgevers, studenten (in jaquet) van de Technische Universiteit in Delft en ook plaatselijke SGP-bestuurders als burgemeester Noordegraaf en wethouder Van Brenk van Hardinxveld-Giessendam. Voorop gaat een kar van de Vereniging van de Nederlandse Scheepvaartindustrie (VNSI), met daarop een boot. Gebouwd in Nederland. „We zijn het aan onze historie als waterland verplicht om de scheepsbouw te behouden. En we zijn dat ook aan de toekomst verplicht.”
De scheepsbouwers zijn vooral gevallen over een uitspraak van minister Brinkhorst van Economische Zaken dat hij niet wil investeren in een zieltogende bedrijfstak. „We laten vandaag zien wat een mensenmassa een zieltogende sector op de been kan brengen”, roept G. van Lidt van vakbond De Unie. „Onderzoek van een Delftse hoogleraar wees vorige week uit dat de Nederlandse scheepsbouw wel degelijk toekomst heeft, maar dat er wel overheidsinvesteringen nodig zijn”, zegt FNV-vakbondsman A. de Vos.
Na lang wachten gaan de scheepsbouwwerknemers in optocht naar het Plein. Bij het ministerie van Financiën breekt gejoel los. Daar moet het geld vandaan komen. Geleidelijk breekt de zon door. Dat is symbolisch voor de houding van minister Brinkhorst, die de werkgevers maandag toezegde zijn best te doen om geld voor de sector los te krijgen.
Voor het gebouw van de Tweede Kamer wordt de minister en enkele kamerleden een petitie overhandigd. Brinkhorst krijgt daarnaast een opblaasboot, „want we hebben vernomen dat u pas weer opa geworden bent.” Een van de politieke partijen probeert garen te spinnen bij de onvrede: ”LPF strijdt voor uw banen”, staat er op een miezerig spandoekje.
Tussen het getoeter door maakt Brinkhorst de demonstranten duidelijk dat een niet-gesubsidieerde sector nog steeds de gezondst denkbare situatie is, maar… -„u moet me wel even laten uitpraten”- …dat de huidige situatie oneerlijk is. „We moeten zo gauw mogelijk van de subsidie af, maar de Europese landen moeten wel gelijk spel spelen.”
Brinkhorst stelt echter geen concrete maatregelen in het vooruitzicht. Een overgrote meerderheid van de Tweede Kamer wil dat het kabinet met geld over de brug komt. Volgens VNSI-directeur R. Schouten komen de subsidies neer op 50 tot 60 miljoen euro per jaar. Stimulering van vernieuwing kost het Rijk daarnaast 30 tot 40 miljoen.
Een van de actievoerders, S. Jiskoot van het ingenieursbureau voor de scheepsbouw Nevesbu, zegt dat door het ontbreken van subsidies aan de Nederlandse sector steeds meer buitenlandse orders naar landen als Duitsland, Frankrijk en Italië gaan. Het bedrijf, met zeventig mensen in dienst, heeft als gevolg van de malaise maandag surseance van betaling moeten aanvragen.