Arme, Joodse emigranten in Vlissingen
VLISSINGEN. Haveloze en berooide Joodse landverhuizers uit Oost-Europa en Rusland die de overtocht maakten naar Amerika. De tekeningen en schilderijen die de Antwerpenaar Eugeen van Mieghem daarvan maakte, zijn nu te zien in Vlissingen.
Eugeen van Mieghem (1875-1930) groeide op in de haven van Antwerpen, waar zijn moeder een café dreef aan de Montevideostraat. Net als zijn tijdgenoot Van Gogh werd hij weggestuurd bij de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, maar zijn talent wordt nu algemeen erkend.
Van Mieghem portretteerde graag de Joodse emigranten die ruim een eeuw geleden met de schepen van de Red Star Line naar Amerika emigreerden om daar hun geluk te beproeven. Van Mieghem was een man van het volk die de berooide gelukzoekers met mededogen bezag.
Dat komt tot uiting in zijn werk, dat nu in de tentoonstelling ”Zayt Gezunt” (Jiddisch voor: vaarwel, het ga je goed) in het maritiem museum van Vlissingen is te zien. Er hangen olieverfschilderijen en krijttekeningen die Van Mieghem tussen 1896 en 1925 maakte van de vele Joden die toen vertrokken.
In totaal zijn rond 1900 2,5 miljoen mensen met schepen van de Red Star Line naar Amerika en Canada gereisd om daar, met achterlating van bijna al hun bezittingen, een nieuw bestaan op te bouwen.
Schepen (wethouder) Philip Heylen van Antwerpen opende gisteren de expositie, die eerder te zien was in het Joods Museum van Praag en van Boedapest. Hij trok een parallel tussen de vluchtelingenproblematiek van toen en nu. De Joden van toen werden door armoede, honger en vervolging gedreven. „Nu vluchten mensen uit Syrië en Afghanistan. Er gaat geen dag voorbij of mensen verdrinken en er gaat geen dag voorbij of er verschijnen schrijnende beelden op tv”, aldus Heylen.
Grootste kerkhof
„De Middellandse Zee, waar u straks misschien weer met vakantie naartoe gaat, is het grootste kerkhof van Europa. Zoals de wereld nu niet met de vluchtelingenproblematiek kan omgaan, kon die dat rond 1900 ook niet. Mensen zijn al sinds mensenheugenis op de vlucht. Nu ik deze woorden uitspreek, zijn alleen al in Azië 450 miljoen mensen van het platteland naar miljoenensteden met 20 tot 25 miljoen inwoners aan het migreren.”
In Van Mieghems tijd werden Joden in Midden- en Oost-Europa hevig vervolgd, wat in 1901 en 1902 een ongekende migratiegolf naar Amerika teweegbracht. Heylen: „Het waren allemaal gewone individuen die met de moed der wanhoop en op hoop van zegen vertrokken.”
Onder hen waren Golda Meir, de latere eerste minister van Israël, componist Irving Berlin, maar ook de vader van de Amerikaanse politicus Bernie Sanders. „Eugeen van Mieghem tekende en schilderde emigranten met passie en overtuiging”, zei Heylen. Hij noemde hem „een van de ambassadeurs van de mooie stad Antwerpen.”
Van Mieghem was een man van het volk en daardoor sterk begaan met de mensen die hij schilderde, wordt over hem gezegd. Hij vatte hun wanhoop, maar ook hun hoop en weemoed trefzeker in krijt en verf, aldus de samenstellers van de expositie.
De drukte en het voortdurende lawaai in het havengebied waar hij opgroeide, maakten diepe indruk op hem en vinden hun weerslag in een grote collectie afbeeldingen van het typische havenvolk: buildragers, zakkenmaaksters, schippers, zwervers en vooral arme emigranten.
De expositie kwam tot stand in samenwerking met Erwin Joos, oprichter en conservator van het Eugeen Van Mieghem Museum in Antwerpen.
De tentoonstelling ”Zayt Gezunt” is te zien tot en met 2 oktober in het muZEEum in Vlissingen.