SCP: Minder kerkgangers negatief over homoseksualiteit
DEN HAAG. Wekelijkse kerkgangers hebben steeds minder een negatieve houding ten opzichte van homoseksualiteit. Het percentage daalde tussen 2006 en 2014 van 56 naar 40 procent.
Landelijk gezien was in 2006 15 procent van de bevolking „homonegatief”, in 2014 nog 7 procent, meldde het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) donderdag in de LHBT-monitor 2016.
Het SCP stelt dat „relatief negatief denkende bevolkingsgroepen”, waaronder 70-plussers, dorpsbewoners en stemmers op christelijke partijen, „steeds positiever” over homoseksualiteit gaan denken. Rooms-katholieken zijn in het algemeen positiever over homoseksualiteit dan leden van „kleine protestantse groeperingen”, aldus het rapport.
Van de CU-stemmers stond 32 procent in 2014 negatief tegenover homoseksualiteit, 46 procent neutraal en 23 procent positief. Van de CDA-stemmers is 11 procent negatief, 39 procent neutraal en 50 procent positief. De groep SGP-stemmer was „te klein om in de analyse te betrekken.”
De opvattingen over homseksualiteit komen, aldus het SCP, in Nederland „steeds dichter bij elkaar te liggen.” Wel hebben niet-westerse migranten „vaak meer moeite met homoseksualiteit dan autochtone burgers.”
Uit een onderzoek onder jongvolwassen refo’s dat deze krant in maart publiceerde, bleek dat ruim 90 procent van hen de homoseksuele praxis afwijst. Bijna 3 procent vindt het lastig om hierover een concreet standpunt in te nemen. Circa 7 procent acht seksuele relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht toelaatbaar.
Zie ook:
www.digibron.nl/search/detail/954b68d4b99e1b73b22e9fc6da555bd3/luister-naar-homo-en-toon-begrip/3