De studie is niet verder gekomen dan de eerste fase. Die bestond uit een verkenning van binnen- en buitenlandse voorbeelden van gratis OV, waarbij een vergelijking is gemaakt met de situatie in Utrecht. Dat leverde veel argumenten op om af te zien van gratis OV en verder onderzoek af te blazen.

Belangrijke argumenten, naast de hoge jaarlijkse kosten, zijn onder meer de eveneens hoge eenmalige investeringen in de OV-infrastructuur en in P+R-voorzieningen. Verder is gebleken dat het gratis aanbieden van OV onvoldoende bijdraagt aan een betere autobereikbaarheid van de stad en dat de leefbaarheid er te weinig op vooruitgaat.

Gratis OV zorgt daarbij voor extra mobiliteit. Slechts een beperkt deel van de nieuwe reizigers bestaat uit voormalige automobilisten. Het zouden vooral fietsers zijn die op de bus overstappen, en daar is verantwoordelijk wethouder Van den Bergh niet op uit. Bovendien heeft gratis OV volgens haar geen milieuvoordelen.

„De extra luchtvervuiling door de toename van het aantal bussen weegt niet op tegen de afname van de uitstoot door auto’s.” Verder vindt zij het niet gewenst dat de stad veel geld kwijt zou zijn aan de relatief grote aantallen niet-Utrechters die als pendelaars van de gratis bussen gebruik zouden gaan maken.

Nu Utrecht het onderzoek naar gratis OV al in de eerste fase heeft stilgelegd, blijft er 70.000 euro over van het totale budget van 90.000 euro dat voor het onderzoek was uitgetrokken. Dat bedrag gaat, als de gemeenteraad ermee akkoord gaat, naar nog nader te bepalen experimenten om het gebruik van openbaar vervoer te stimuleren.