Opinie

Eerlijk publiek debat over kunstuitingen noodzakelijk

Wie in de plaatselijke politiek een discussie op gang wil brengen over kwetsende of onfatsoenlijke culturele uitingen, stuit op een muur van politieke correctheid, stellen Arthur Vlaardingerbroek en Remco Oosterhoff

6 April 2004 16:17Gewijzigd op 14 November 2020 01:06

. Ze pleiten voor een eerlijk debat waarin rekening houden met elkaar centraal staat. Op dit moment trekt de groep Bloeiende Maagden met de theatervoorstelling ”I.N.R.I.” door het land. Een voorstelling die her en der al voor de nodige discussie heeft gezorgd. Die discussie over kunstuitingen of theatervoorstelling is vaak moeilijk te voeren. We willen hier niet te diep ingaan op de inhoud van de theatervoorstelling zelf. Daarvan is ondertussen wel duidelijk dat de makers totaal geen rekening houden met gevoelens en overtuigingen van anderen. Aankondigingen van de voorstelling als „een religieuze orgie zonder einde” of „kom naar de Bloeiende Maagden en laat u de hemel in sleuren” en een foto van een naakte, lachende dame in gekruisigde houding -in de periode voor Pasen- spreken wat dat betreft voor zich.

Politiek correct

Twee leden van de ChristenUnie-fractie van Arnhem bezochten een try-out van de voorstelling en concludeerden het volgende: „Hier is het respect voor de levensbeschouwing van christenen met voeten getreden.”

Piet van Dijk, fractievoorzitter in Arnhem, wil graag een publiek debat over de rol die het culturele leven speelt ten aanzien van waarden en normen in de maatschappij. De CU-fractie wilde niet het verwijt krijgen de voorstelling af te keuren zonder deze gezien te hebben. Maar bij dat debat, daar zit ’m nou juist de kneep.

Helaas blijkt met terugkerende regelmaat dat een debat over culturele uitingen, zoals men in Arnhem wil, in de praktijk verwordt tot een discussie die straalt van ultieme politieke correctheid.

In Rotterdam worden we met enige regelmaat geconfronteerd met culturele uitingen die kwetsend zijn voor bepaalde groeperingen in de samenleving of die alle fatsoensregels met voeten treden. Een kleine opsomming: het knielende Hitler-beeld in Boymans van Catalan, een playboytentoonstelling in de Kunsthal of een kabouter met seksattribuut voor de Doelen. Wanneer je politici van andere partijen hier in de wandelgangen van de oude politiek over spreekt, vindt men het net zo onfatsoenlijk als die „partij van moraalridders.” Wanneer echter in de raad een publiek debat hierover wordt gehouden, verschuilen diezelfde politici zich uiterst politiek correct achter Thorbecke: de overheid mag over kunst geen inhoudelijk oordeel hebben.

Waar is de nieuwe politiek? Met politici die zeggen wat ze denken en doen wat ze zeggen?

Rare invulling

Het zijn diezelfde politici die vervolgens een ’heilig huisje’ als de scheiding tussen kerk en staat omvertrappen als het over integratie, hoofddoekjes of de bouw van een moskee gaat. Een veelgehoorde redenering van bijvoorbeeld Leefbaar Rotterdam is dat moslimvrouwen slecht geïntegreerd zijn omdat zij in de moskee apart van de mannen moeten bidden. Dus we mogen wel een mening hebben over hoe gelovigen hun geloof praktiseren in hun eigen kerk, moskee of gebedshuis, dat nota bene niet eens van de gemeente is of wordt gesubsidieerd. Maar als het gaat om wat zich in het theater of in een museum afspeelt, veelal eigendom van de gemeente en doorgaans ook nog eens gesubsidieerd, moeten we onze mond houden! De regel ”Wie betaalt, bepaalt” krijgt zo wel een heel rare invulling.

Kwestie van smaak

En dan is er nog een aantal manieren om het debat direct de kop in te drukken: de overheid hoeft bepaalde kwetsende of shockerende voorstellingen niet te weren; want als je er niet mee geconfronteerd wil worden, ga je toch niet? En -nog even afgezien van de discussie of die wel of niet werkt- hoe zit het dan met de door de overheid ingestelde Kijkwijzer? Voor tv-programma’s geldt immers precies hetzelfde: als je iets niet wilt zien, zit er een knop op je tv. En ouders kunnen met behulp van die knop dan toch zelf wel bepalen wat hun kind wel of niet mag zien? Toch bepaalt de overheid met die wijzer wel voor welke leeftijd een bepaald programma geschikt is.

Daarnaast: veel mensen die de voorstelling niet bezoeken worden alsnog met de flyers en aanplakbiljetten, die overal in de stad hangen, geconfronteerd. Je kunt dan toch moeilijk volhouden dat ze dan maar niet de straat op moeten gaan?

Het zou een kwestie van smaak zijn; en de overheid is neutraal. Laten we dan direct alle welstandscommissies in Nederland afschaffen. Het kan toch niet zo zijn dat de overheid een mening heeft over de vorm of het formaat van mijn nieuw te bouwen dakkapel? Dat is immers een kwestie van smaak.

Gratis publiciteit

Tot zover over het publieke debat. Ook het debat met de kunstenaar is vaak moeilijk te voeren. Het verweer van de kunstenaar is doorgaans: we willen niet shockeren, maar een discussie op gang brengen. In een interview naar aanleiding van een vorige voorstelling van de Bloeiende Maagden zeggen de makers: „Het ís een heftige voorstelling, met pornografische scènes en er zit een suggestieve verkrachtingsscène in. Je kunt erdoor geshockeerd raken. Maar met dat doel hebben we deze voorstelling niet gemaakt.”

Maar wanneer ik als christen kritiek heb op de voorstelling of de kunstuiting ben ik óf een moraalridder, óf ik heb het kunstwerk niet begrepen. Zo is de discussie die de kunstenaar -zogenaamd- voor ogen had snel afgelopen. De kunstenaar maakt zich er op die manier makkelijk van af en bedankt stilletjes voor de gratis publiciteit naar aanleiding van de vragen van de plaatselijke christelijke partijen over zijn kunstwerk.

Geen discussie

Tot slot het laatste probleem dat het voeren van een eerlijk debat in de weg staat. Het lijkt tegenwoordig onmogelijk stil te staan bij de gevoelens of de overtuiging van een ander. Laat staan dat daar rekening mee wordt gehouden. In een ander interview zegt Ingrid Werner, een van de Bloeiende Maagden: „Mensen zeggen nu dat wij willen shockeren. Nee dus. Maar wat ik ook niet wil, is de moraal van een ander accepteren.”

En dan sluit je dus elke vorm van discussie uit. Wanneer je de moraal of overtuiging van een ander niet wilt accepteren, is het ook onmogelijk om deze te respecteren. De eigen mening en overtuiging geldt en met die van een ander heb ik niets te maken. Dat blijkt tegenwoordig gemeengoed te zijn als we een publiek debat voeren.

Maar er is hoop. Paul Cliteur kreeg onlangs kritiek van andere columnisten en officiële instanties en krijgt misschien langzaam door dat zijn overtuiging niet de enige en waarschijnlijk ook niet de beste is. Leefbaar Rotterdam kwam er onlangs in het hoofddoekjesdebat achter dat een neutrale overheid niet bestaat. Geen overtuiging is immers ook een overtuiging.

Luisteren

Wanneer de rest van Nederland nu ook leert de ander te respecteren en rekening te houden met zijn gevoelens, overtuiging en zelfs smaak en fatsoen, dan wordt het misschien mogelijk om eens eerlijk een publiek debat te voeren over kunstuitingen. Een debat waarin we niet alleen maar vasthouden aan onze eigen overtuiging en die dwingend op willen leggen aan anderen, maar waarin we luisteren naar en rekening houden met elkaar. Dan kunnen we samen bepalen wat we op cultureel gebied (door de overheid gesubsidieerd) wel en niet willen in onze samenleving, waar waarden en normen tegenwoordig weer hoog in het vaandel staan.

De auteurs zijn respectievelijk fractievoorzitter van de ChristenUnie/SGP in Rotterdam en lid voor die partij van de commissie cultuur & sport.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer