Schuifelend over de Waalsdorpervlakte
DEN HAAG. Meer dan 250 mensen zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog op de Waalsdorpervlakte bij Den Haag gefusilleerd. Neergeschoten; vermoord. Het werd woensdagavond door duizenden mensen herdacht.
Het heeft iets bizars. Duizenden mensen, zwijgzaam achter elkaar op een kronkelend duinpad. Af en toe zet de stoet twee stapjes vooruit. Dan staat ze weer stil. Wachtend op de volgende stapjes.
Waarom doet dit nu denken aan de rijen in een concentratiekamp? Aan die Joodse vrouw die uren in de rij stond voor de gaskamer, wetend wat er komen ging? Totdat het bevel „Umdrehen” door de luidsprekers snerpte: de verbrandingsovens konden het aantal lichamen dat uit de gaskamers kwam niet aan; de overige ter dood gedoemden mochten terug naar de barak.
Voor de slachtoffers van de Waalsdorpervlakte was er geen weg terug. De Duitsers gebruikten dit gedeelte van het duingebied Meijendel als fusilladeplaats. Vanuit de nabijgelegen gevangenis van Scheveningen, het zogenaamde Oranjehotel, maakten verzetsstrijders hun laatste rit. Hier werden ze neergezet. Hier klonken de schoten van het vuurpeloton. Hier werden honderden levens afgesneden.
Hoeveel precies? Geschat wordt dat het er tussen de 250 en 280 waren. Toen op 13 maart 1941 achttien mannen –vijftien uit de verzetsgroep de Geuzen en drie Amsterdamse februaristakers– zich naar de fusilladeplaats begaven, zette een van hen Psalm 43:1 en 4 in. „Dan ga ik op tot Gods altaren…” Even later werden hun levens afgesneden.
Toen bij Woeste Hoeve een aanslag op SS-leider Rauter was gepleegd, schoten de Duitsers als vergelding tientallen mensen dood. Niet alleen bij Woeste Hoeve, maar ook hier. Hier waren het er 28.
Na de oorlog werden in deze duinpan NSB’ers ter dood gebracht. Anton Mussert, Anton van der Waals, Max Blokzijl. Opnieuw klonken geweerschoten.
Nu klinkt het bronzen geluid van de bourdonklok bij het monument. Vogels fluiten. En de rij schuift langzaam op.
Klepel
De doden van de Waalsdorpervlakte worden al sinds 4 mei 1946 herdacht, elk jaar. Oud-verzetsstrijders hadden er vier houten kruizen neergezet. Die zijn nu in het Fries verzetsmuseum in Leeuwarden te zien. In de duinpan staan nu bronzen kruizen. Er kwam ook een betonnen muurtje met de tekst: „Hier brachten vele landgenoten het offer van hun leven voor uw vrijheid. Betreed deze plaats met gepaste eerbied.”
Er werd in stilte herdacht. Tot de burgers van Den Haag in 1959 de 5000 kilo zware klok schonken. Die laat zijn bronzen stem de hele avond horen, tot de laatste belangstellende langs het monument is gelopen: „Gedénkt… Gedénkt…”
Vorig jaar viel de klepel uit de klok. De rest van de avond verliep in stilte. Vreemd was dat. In november is een nieuwe klepel aangebracht.
De bronzen stem klinkt van ver. En de stoet schuifelt voort, staat stil, schuifelt, staat stil. Over het weggetje achter de kazerne langs. Een duinpad op. Heuvel op. Heuvel af.
De avondzon zakt naar de kim. De temperatuur daalt. Vogels laten zich uitbundig horen. De honderden die ter dood werden gebracht, zagen de zon hier voor het laatst, als hij zich liet zien. Ze hoorden de vogels voor het laatst, als ze niet verschrikt zwegen.
In de rij
Dan zwijgt de klok. Het is tegen achten. Een trompet blaast het signaal Taptoe. Twee minuten stilte. Ook de mensen die mompelden, zwijgen nu. Maar naast ons raast en loeit de geluidswagen van een omroep.
Als het Wilhelmus geklonken heeft, ergens in de verte, begint het wachten en het schuifelen weer. Twee stapjes voorwaarts; stilstand. Hondjes mogen even van het pad af, voor een sanitaire stop. De stoet kijkt toe.
„We zijn er bijna”, meldt een meisje op een heuveltje. Ten onrechte. „Nog vijf minuten”, meldt ze op het volgende heuveltje. Ten onrechte.
Er komen bolletjes met worst tevoorschijn. De vrouw op de scootmobiel verorbert ze met smaak; haar poedel krijgt niks. Het gepraat wordt langzaam luider. Kinderen buitelen door het zand; klimmen op een paaltje. Het wordt donkerder. En de stoet schuift langzaam op.
Door de duinen strompelen verhitte mannetjes, beladen met geluidsapparatuur. Zij hebben het hoogtepunt gehad. De wachtenden in de rij hebben nog niets gezien. Ze hebben alleen in de verte iets gehoord. En ze hebben minutenlang stilgezwegen, ter herdenking aan hen die vielen, driekwart eeuw geleden.
Kwart over negen: monument in zicht! De fakkels waren reeds lang te zien, tussen de bomen door. Aan weerszijden staat het Erepeloton Waalsdorp opgesteld. Er liggen rijen rozen, rood, wit en blauw. Daarvoor worden vele andere bloemen gelegd. Ter gedachtenis aan hen die vielen.
De duizenden schuifelen langs het monument. Dan snellen ze over de duinpaden de vlakte uit. Terug naar de stad. De vrijheid tegemoet. En achter hen klinkt aldoor nog de stem van de bourdonklok.