Economische groei in eurozone houdt aan, maar risico’s zijn groot
BRUSSEL. De economische groei in de eurozone en in de EU als geheel houdt aan, zij het in een bescheiden tempo en in een internationale omgeving die zich kenmerkt door grote risico’s. Het was een boodschap met twee kanten die de Europese Commissie dinsdag liet horen.
Commissaris Pierre Moscovici (Economische en Financiële Zaken) presenteerde in Brussel de voorjaarsprognose. Hij was positief over de situatie in Europa. Het herstel blijkt vooralsnog bestand tegen een verslechterd mondiaal klimaat.
De rekenmeesters verwachten voor de eurozone een toename van het gezamenlijke bruto binnenlands product (bbp) van 1,6 procent dit jaar en 1,8 procent volgend jaar, tegen 1,7 procent in 2015. Weinig schommelingen dus in het conjunctuurbeeld, een „stabiele, gematigde groei”, zoals Moscovici het aanduidde. In vergelijking met de projectie van drie maanden terug zijn de cijfers voor 2016 en 2017 ietsje, met 0,1 procentpunt, naar beneden bijgesteld.
De voortgaande expansie valt vooral te danken aan de uitgavenbereidheid van de huishoudens, blijkt uit de cijfers. Met de woorden van de Franse Eurocommissaris: „De particuliere consumptie is de belangrijkste groeimotor.” Hogere lonen en een lage inflatie zorgen voor meer koopkracht en dat leidt tot vergroting van de bestedingen.
Al met al resulteert er een redelijk mooi plaatje. Het zou echter zomaar allemaal veel minder rooskleurig kunnen uitpakken. „Een aantal elementen met een gunstige invloed laat het geleidelijk aan wat meer afweten”, waarschuwde Moscovici. Zo trekt de olieprijs momenteel aan. En de euro is de laatste tijd in waarde opgelopen ten opzichte van de dollar. Die appreciatie is nadelig voor de concurrentiepositie en maakt de eurozone gevoeliger voor de geringere groei (3,3 procent dit jaar) van de wereldeconomie.
Opkomende economieën blijven zwak presteren. Rusland en Brazilië verkeren nog steeds in een recessie. China vormt een ongewisse factor. Ook de geopolitieke spanningen veroorzaken onzekerheid. Hetzelfde geldt voor het Britse referendum over het EU-lidmaatschap. Voorts zou nieuwe onrust op de financiële markten, na de heftige koersbewegingen begin dit jaar, de bedrijvigheid in Europa kunnen verstoren. Kortom, volop risico’s.
Ondertussen daalt de werkloosheid, maar „te langzaam.” In het eurogebied gaat het van 10,9 procent van de beroepsbevolking in 2015 naar 9,9 procent in 2017. Positief ontwikkelen zich de begrotingen. Het gemiddelde tekort zakt dit jaar tot 2,1 procent van het bbp. Alleen Frankrijk (3,4 procent), Spanje (3,9 procent) en Griekenland (3,1 procent) zitten nog boven de norm van 3 procent uit het stabiliteitspact.
Ook de prognose van de inflatie is gunstig. Het tempo ervan gaat volgend jaar naar 1,4 procent, na 0,2 procent dit jaar. Die versnelling verschaft de Europese Centrale Bank (ECB) mogelijk ruimte om het huidige extreme monetaire beleid wat af te zwakken.
Voor Nederland voorziet de Commissie een economische groei van 1,7 procent dit jaar en 2 procent volgend jaar. De werkloosheid loopt terug tot 6,1 procent in 2017. Die voorspellingen zijn niet verrassend. Ze liggen min of meer in lijn met de verwachtingen van ons eigen Centraal Planbureau.