De economie in de eurozone wordt naar verwachting dit jaar 1,6 procent groter en volgend jaar 1,8 procent, zo bleek dinsdag. Daarmee is Brussel iets pessimistischer dan in februari, toen nog werd uitgegaan van respectievelijk 1,7 en 1,9 procent groei.

EU-Commissaris Pierre Moscovici (Economische Zaken) benadrukt dat de wereldwijde omstandigheden lastiger zijn geworden. Er zijn echter wel wat signalen die er op wijzen dat bijvoorbeeld inspanningen om de investeringen aan te jagen hun vruchten afwerpen. Maar er is volgens de bewindsman nog veel werk te verzetten. Met de arbeidsmarkt in Europa gaat het langzaam ook de goede kant op, al blijft de werkloosheid in de meeste zuidelijke landen nog erg hoog.

Voor Nederland voorziet de commissie een economische groei van 1,7 procent dit jaar en 2 procent volgend jaar. De werkloosheid in ons land loopt daarbij geleidelijk terug tot 6,1 procent in 2017. Het overheidstekort daalt volgend jaar naar verwachting tot 1,2 procent van het bruto binnenlands product (bbp). De voorspellingen zijn min of meer in lijn met de prognoses die het Centraal Planbureau (CPB) eerder naar buiten bracht.

De verschillen tussen de afzonderlijke landen in Europa blijven groot. Zo laat de Griekse economie dit jaar waarschijnlijk nog een kleine krimp zien, van 0,3 procent. De Grieken vinden naar verwachting pas volgend jaar de weg omhoog (plus 2,7 procent). Ierland is volgens Brussel anderzijds de sterkste groeier, met plussen van 4,9 en 3,7 procent. Europa’s grootste economie, Duitsland, moet het dit jaar en volgend met een groei van 1,6 procent doen.

Uit de voorspellingen blijkt verder dat de overheidstekorten van Spanje en Frankrijk volgend jaar nog niet onder de Europese norm van 3 procent zullen uitkomen. Ook Roemenië zit daar volgend jaar nog boven, aldus Brussel.