„Hoge vergoeding voor De V. terecht”
André de V., de vermeende veroorzaker van de vuurwerkramp in Enschede, moet een veel hogere schadevergoeding krijgen dan 60.820 euro. Dat betoogde zijn advocaat, mr. A. Moszkowicz, maandag voor het gerechtshof in Arnhem.
De V. zat in totaal 2,5 jaar vast op verdenking van het aansteken van de brand die uiteindelijk resulteerde in de ontploffing van vuurwerkbedrijf SE Fireworks op 13 mei 2000. Hij werd daarvoor aanvankelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien jaar. Vorig jaar kwam hij vrij, toen hij in hoger beroep werd vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. „Dat betekent echter niet dat zijn onschuld zonder meer vaststaat”, aldus advocaat-generaal mr. P. Everaars.
De V., die begin 2001 werd aangehouden, heeft altijd ontkend iets met de vuurwerkramp te maken te hebben gehad. Toch wilde Everaars niet meer dan 60.820 euro uitkeren als vergoeding voor de tijd dat De V. in de cel doorbracht. De advocaat-generaal vond dat De V. niet onrechtmatig had vastgezeten, omdat er reële verdenkingen tegen hem waren. Zo gaf hij ongeloofwaardige verklaringen over de zware vuurwerksporen op zijn sportbroek, verschafte hij zichzelf een alibi en deelde hij een undercoveragent mee dat hij het gedaan had.
Advocaat Moszkowicz acht de schadevergoeding die het OM aanbiedt, niet meer dan een schijntje. Hij vindt dat zijn cliënt ten minste 1 miljoen euro moet krijgen, omdat hij ondanks zijn vrijspraak nog steeds wordt aangemerkt als de dader van de vuurwerkramp. Volgens Moszkowicz is het leven van de V. verwoest en is hij zijn vrienden kwijtgeraakt. De hoge schadevergoeding moet een signaal zijn dat hij van alle blaam is gezuiverd.
Moszkowicz betoogde dat de zaak van de V. „onvergelijkbaar is met enige andere strafzaak in dit land. Geen verdachte is zo in de publiciteit geweest als De V. en geen verdachte die in zijn woonomgeving zo met de nek wordt aangekeken”, aldus de advocaat. Hij vergeleek de zaak met de vrijspraak van een verdachte in de moordzaak op Andrea Luten. De rechtbank in Assen kende de vermeende moordenaar een vergoeding toe die driemaal zo hoog was als het standaardbedrag. „Als het in die zaak kan, dan kan het in deze zaak zeker”, aldus de strafpleiter.
Het hof doet op 3 mei uitspraak.