Politiek in impasse over kiesstelsel
Het debat over een nieuw kiesstelsel bevindt zich in een impasse. In een overleg tussen de Tweede Kamer en minister De Graaf van Bestuurlijke Vernieuwing uitte het parlement maandag veel kritiek op de plannen van de bewindsman. Maar voor geen enkel alternatief bestaat een kamermeerderheid.
Daarom kozen Kamer en bewindsman voor een korte time-out. Op verzoek van VVD, CDA en PvdA zegde De Graaf toe de komende twee weken nog enkele varianten van zijn plan concreet te zullen uitwerken. De Kamer beloofde van haar kant het kabinet voor de zomer duidelijkheid te geven over haar steun aan het nieuwe kiesstelsel.
Als het aan De Graaf ligt, krijgt de kiezer al bij de kamerverkiezingen van 2007 twee stemmen: één om uit te brengen op een landelijke lijst en één om uit te brengen op een regionale kandidaat. Op die manier kunnen 75 van de 150 kamerzetels bezet worden door kandidaten uit de regio. Dit systeem zal niet ten koste gaan van de evenredige vertegenwoordiging, omdat de stemmen die uitgebracht zijn op landelijke lijsten bepalend zijn voor de zetelverdeling tussen partijen in de Tweede Kamer.
Discussie was er maandag onder meer over het voorstel van De Graaf om te verbieden dat personen én op een landelijke lijst staan én in de regio kandidaat zijn. Veel fracties, aangevoerd door het CDA, zijn het met die bepaling niet eens. Het ziet ernaar uit dat De Graaf ze hun zin geeft door het verbod te schrappen.
Veel moeilijker ligt het met het aantal kiesdistricten en het aantal te kiezen ”regiokamerleden”. De Graaf wil 20 districten waarin 75 kamerzetels te winnen zijn. Het CDA wil dertig districten met uit elk district slechts één kamerlid. Ook de PvdA wil per district slechts één persoon afvaardigen, maar denkt daarbij aan 75 districten. De VVD houdt zelfs de mogelijkheid van 150 districten open.
De Graaf demonteerde maandag vakkundig al deze voorstellen. Bij 150 districten sneuvelt de evenredige vertegenwoordiging. Dertig districten heeft als nadeel dat dan slechts eenderde van alle kamerleden een persoonlijk, regionaal getint mandaat heeft. En berekeningen tonen aan dat er grote problemen kunnen ontstaan met overschotzetels als gekozen wordt voor 75 districten. In die situatie is het verre van denkbeeldig dat CDA of PvdA in de regio’s zo veel succes boeken dat er veel meer regiokandidaten naar Den Haag zouden mogen dan het aantal op de landelijke lijst uitgebrachte stemmen toestaat. In dat geval is er sprake van zogeheten overschotzetels, waar allerlei kunstmatige constructies voor verzonnen moeten worden.
Op een vraag van SGP-kamerlid Van der Staaij of, ook in het huidige voorstel met twintig districten, de mogelijkheid bestaat dat in een enkel geval de regionale overschotten ervoor kunnen zorgen dat kleine partijen in de Tweede Kamer hun restzetel kwijtraken, bleef de bewindsman vaag. Volgens hem tast zijn voorstel de evenredige vertegenwoordiging niet aan, maar als dat toch zo zou zijn, dan „alleen in de marge.”
Een andere oplossing voor de overschotzetels is een Tweede Kamer die, als het zo uitkomt, uit meer dan 150 kamerleden bestaat. Voor dat systeem moet echter de Grondwet gewijzigd worden. Daar voelt de D66’er De Graaf helemaal niets voor. Een grondwetswijziging strekt zich altijd uit over meerdere kabinetsperioden. De Graaf wil hoe dan ook in deze vier jaar een nieuw stelsel invoeren.