Asscher zette twee jaar geleden robotisering op de agenda. Hij waarschuwde destijds dat het banen gaat kosten. Onderzoek van het Rathenau Instituut in opdracht van de Kamer wees erop dat robots de arbeidsmarkt steeds meer zullen beïnvloeden. Het levert kansen op, maar vooral op mbo-niveau komen banen onder druk te staan.

Volgens de VVD moet met het oog op robotisering niet „krampachtig” worden vastgehouden aan „bestaande belangen” van onder meer vakbonden en onderwijsinstellingen. Omscholing moet in de toekomst makkelijker en arbeidscontractvormen moeten anders worden, die moeten „meer geïndividualiseerd” worden.

Roos Vermeij van de PvdA zei dat veel gevolgen van robotisering nog „zeer onzeker” zijn. Maar het mbo-onderwijs moet zich hier in ieder geval al goed op voorbereiden, vindt ze. De hele Kamer vindt dat er voortvarend op het probleem moet worden ingesprongen. Asscher wacht echter nog op een stuk van de Sociaal-Economische Raad (SER). Daarna komt hij, nog voor Prinsjesdag, met een ‘brede agenda en een actiegericht document’. Die zullen de beleidsterreinen van meerdere ministeries raken. Hij denkt onder meer aan scholing en omscholing en het gemakkelijker van werk naar werk kunnen switchen.