Bidden voor het Joodse volk
Meer dan 2500 keer komt Israël in de Bijbel voor. „En wat op dit moment in Israël –en in het Midden-Oosten als geheel– gebeurt, is in de Bijbel voorzegd”, zeggen Meno en Victor Kalisher. „Maar het Westen, ook de westerse kerk, weigert dat te zien. Het háát Israël.” Hun oproep: „Bid voor Israël, bid om de bekering van het Joodse volk.”
Vanuit de hele wereld komen Joden momenteel naar Israël, constateert Victor Kalisher, directeur van The Bible Society in Israel, het Israëlisch Bijbelgenootschap. „Vanuit Rusland, Frankrijk, zelfs Noord-Amerika: duizenden, ook jonge mensen. God brengt het Joodse volk terug naar Israël. En ik geloof dat Hij dat met een doel doet.”
Welk doel?
„Om Zichzelf te openbaren. Tot hun zaligheid. Dat is het doel. Als dat Gods doel niet is… Dat is zó duidelijk.”
Samen met zijn broer Meno, voorganger van een Messiasbelijdende gemeente in Jeruzalem, was Victor Kalisher eerder deze maand in Nederland. Zij spraken op een tweetal studiedagen –in Drachten en Doorn– over „het belang, de betekenis en bestemming van de wet” voor Joden en niet-Joden.
Doet u zoiets vaker samen?
De twee beginnen te lachen, slaan elkaar op de schouder. Meno: „O nee, dit is de eerste keer ooit. We hebben dit nog nooit samen gedaan.”
Meno Kalisher is verbonden aan het House of Redemption in Jeruzalem. Wekelijks bezoeken zo’n 350 mensen –Joden en niet-Joden– de zaterdagse diensten van de gemeente. „Maar ik ben bijna elke dag in de kerk, van zeven uur ’s morgens tot laat in de avond. Daarnaast reis ik regelmatig naar andere landen, om er te spreken op conferenties, studiedagen, Bijbelscholen. In totaal zo’n twee maanden per jaar: dan weer een week, dan een weekend. Op deze manier proberen we als gemeente de band met andere gelovigen te onderhouden.”
Met name Messiasbelijdende Joden?
„Nee nee. Met alle gelovigen, ik controleer nooit of iemand Jood is of niet.”
Ds. David Zadok, predikant van de Grace and Truthgemeente in Kanot, was deze maand ook in Nederland. Kent u hem?
Victor: „O ja, natuurlijk. We kennen elkaar heel goed, zijn bijna biologische broeders. We hebben warme contacten.”
Bij The Bible Society in Israel denk je aan een grote organisatie. Terecht?
„In kwantitatief opzicht is ons Bijbelgenootschap niet groot. We werken in Israël met tien mensen, in twee centra: Tel Aviv en Jeruzalem. Maar we zijn in het hele land actief. We verspreiden Bijbels, verzorgen studiemateriaal, evangelisatiemateriaal, op papier en digitaal, apps – voor wie dan ook: orthodoxe Joden, vluchtelingen. Er komen duizenden vluchtelingen naar Israël, uit Sudan, Eritrea. Vaak zijn dat moslims. Nogal eens ontvangen ze in Israël de eerste Bijbel in hun eigen taal.
De afgelopen jaren zijn er meer dan 1 miljoen Joden uit Rusland naar Israël gekomen. Velen van hen hebben nooit van de Bijbel, van God, gehoord. Ik sprak een Jood uit een van de voormalige communistische landen, ik wilde hem iets vertellen over Jozef, maar hij keek me schaapachtig aan. Jozef? Nooit van gehoord. Maar van Mozes dan toch wel? „Mozes, vaag ken ik zijn naam, maar…” David dan? Niets!
Hier liggen dus veel kansen. Wij proberen de bronnen voor hen beschikbaar te stellen, bijvoorbeeld via een website en met Bijbels in het Hebreeuws en het Russisch.”
Zijn mensen geïnteresseerd in de Bijbel?
„Ik zou zeggen: meer dan voorheen. In dat opzicht zijn er wel dingen veranderd. Toen ik jong was, waren er heel weinig Joden die in Jezus geloofden. Je had misschien drie, vier Messiasbelijdende gemeenten. Inmiddels zijn er meer dan 120 gemeenten en huisgroepen. Vandaag de dag kun je ook op straat met mensen praten over het Nieuwe Testament. En natuurlijk, sommigen zeggen dan: „Je bent gek.” Maar je hoort ook: „Buitengewoon, dat ga ik lezen” – en mensen komen tot geloof. Er is dus geen sprake van een opwekking, in de zin dat er duizenden tot geloof komen. Maar wel: her en der, hier één en daar één, een nieuwe gemeente, meer Israëli’s, nu weer een gezin, dan weer een jongeman. Het is het tegenovergestelde van wat je in Europa ziet gebeuren. Daar wordt het aantal christenen minder en minder. In Israël is er sprake van een toename.”
Meno, ziet u dat ook?
„Ja, beslist.”
Victor: „De groep Messiasbelijdende Joden krijgt ook steeds meer erkenning in de maatschappij, wordt invloedrijker. Er komen mensen op belangrijke posities: in het leger, in de rechtspraak, noem maar op.”
Israël telt inmiddels dus zo’n 120 Messiasbelijdende gemeenten?
Victor: „Meer zelfs nog. Gemeenten en huisgroepen.”
Meno: „Van allerlei denominaties. Charismatisch, baptist…”
Hoe zou u uw eigen gemeente typeren?
Meno: „Als een baptistengemeente. Maar in Israël zeggen we eigenlijk niet: „We zijn baptisten. Niet een van de Messiasbelijdende gemeenten duidt zichzelf aan met de naam van haar denominatie.”
Victor: „De Messiasbelijdende beweging is om zo te zeggen niet-denominationeel. Althans, tot voor kort was dat zo. Je noemde jezelf niet luthers of baptistisch of calvinistisch. Het feit dat je een Jood bent die in Christus gelooft, zei genoeg. Het gaat erom dat je het Woord van God volgt.”
Meno: „Amen.”
Victor: „Maar de laatste tijd zie je wel dat er verschillen ontstaan waar het gaat om cultuur en Joodse gebruiken.”
Vorig jaar was de Messiaanse theoloog dr. Mark Kinzer in Nederland. Hij heeft op dit punt een uitgesproken theologie ontwikkeld. Ook Joden die in Jezus geloven worden wat hem betreft geacht te leven volgens de Thora.
De beide Kalishers worden ineens fel, roepen door elkaar heen. Victor: „Er zijn een paar groepen binnen de Messiaanse beweging die dit zeggen. Maar zij trekken veel aandacht.”
Meno: „Inderdaad, zij dragen een keppel, en de talliet, de Joodse gebedsmantel. Maar nee, nee. Bij ons staat Christus in het middelpunt, en verder geen cosmetica.”
Victor: „Het is onze wens een getuigenis te vormen in de samenleving waarin we leven, een Joodse samenleving. We willen laten zien dat het geloof in Christus niet vreemd is aan het Jodendom. Het is het éígenlijke Jodendom, het wáre Jodendom. Als je werkelijk de Bijbel wilt volgen, dan moet je Christus volgen. Want de Bijbel leidt je tot Christus. En wij willen hun dat laten zien. Daarom letten we echt wel op hoe we leven. Ik kan met Kerst een kerstboom in mijn huis zetten, maar dat zou een antigetuigenis inhouden.”
Meno: „Precies, dat zou het tegenovergestelde bewerkstelligen.”
Victor: „Of allerlei spelen rond Pasen. Niet doen.”
Meno: „We doen alleen wat er in de Bijbel staat. Een kerstboom staat niet in de Bijbel, hoort niet bij het christendom. Joden zouden er ons van kunnen beschuldigen een valse religie te verkondigen. Dat willen we niet.”
Victor: „Maar daarom onderhouden we wel de feesten. Omdat we daardoor het Evangelie kunnen verkondigen. Pesach? Het is vervuld in Christus. Enzovoort.”
Kinzer stelt: God heeft het Joodse volk afgezonderd. Dat brengt plichten met zich mee.
Victor: „God heeft ons volk de Thora gegeven, maar met een doel. Hij heeft die gegeven om ons naar de Messias te leiden. Maar we leven nu niet meer onder het Sinaïtisch verbond, maar onder het Nieuwe Testament. Betekent dit dat de Thora, als de Schrift, niet relevant is? Nee, het is het Woord van God. Maar we leven niet meer onder de wet als het gaat om onze rechtvaardigmaking en heiligmaking.”
Meno: „Wat je ziet, is dat een aantal Messiaanse gemeenten sterk inzet op de schaduwen. Wil ik die dan allemaal overboord gooien? Nee, maar ze hebben geen gezag meer over mij. Ze zijn vervuld in Christus.
Ik zie verschillende redenen waarom sommige Messiasbelijdende Joden hier anders over denken. De eerste is dat zij geen obstakel willen vormen voor andere Joden: „Kijk, ik ben een Jood zoals jij.” Maar met alle respect: als jij dan na vijf minuten toch over Jezus begint te praten, zal de reactie zijn: „Waarom kleed je je als een Jood en verberg je het kruis achter je rug?” Als het hierover gaat: we weten dat Jezus Zelf Zich in alle opzichten als Jood heeft gekleed en gedragen. Maar leidde dat ertoe dat het Joodse volk Hem accepteerde? Nee!
Een andere reden kan zijn dat mensen geen helder zicht hebben op het doel van de Joodse wetten. Als zij die niet meer zo strikt houden als vroeger denken zij dat zij zondigen.
Een derde reden: simpelweg show. Ik wil mijn Jood-zijn benadrukken, ik ben meer dan een ander. Maar dat is een zonde!”
Een zonde?
„Natuurlijk. Hoogmoed is een zonde. En vanzelf, iemand kan naar onze gemeente komen en zeggen: „Meno, Jezus is mijn Heere en Zaligmaker, en ik draag een keppel.” Dat is de vrijheid van zo iemand. Maar met alle respect: ik heb hetzelfde recht om te zeggen: ik draag er geen. Dus in onze gemeente spelen de schaduwen geen rol.”
Victor: „God stelde ons in de vrijheid, door de Heilige Geest. Hij bevrijdde ons van de vloek van de wet. Maar wij willen die weer op ons nemen.”
Meno: „En als predikant zie je de slachtoffers van deze leer. Van deze valse leer.”
Slachtoffers, inderdaad?
„Mijn hart breekt. Dit judaïsme heeft gevolgen voor huwelijken enzovoort. Het drijft mensen af van Christus.”
Hoe kijkt u aan tegen de toekomst van Israël?
Victor: „Het Midden-Oosten verandert op dit moment in rap tempo. Kan iemand ons vertellen wat er morgen gebeurt? Maar als we de Bijbel geloven, zien we dat alles om Israël zal draaien. Dat moeten we ons realiseren. Ik geloof ook dat heel Israël zalig zal worden.
Er zullen altijd Joden buiten Israël blijven wonen. Dat was bij de Babylonische ballingschap ook zo. Niet alle Joden keerden terug. Maar God vervulde wat Hij had gezegd: na zeventig jaar keerde het Joodse volk terug. Iedereen? Nee, maar wel als volk, als natie.”
Meno: „Vanuit alle stammen.”
In dit licht zou je moeten zeggen dat zelfs het antisemitisme, in Frankrijk bijvoorbeeld, een doel heeft.
Victor: „God gebruikt zelfs satan om Zijn eigen doel te bereiken.”
Meno: „Amen. God gebruikt hem en later zal Hij hen die haatten oordelen.”
Victor: „Satan dacht het gewonnen te hebben toen Christus aan het kruis hing. Maar door het kruis overwon God de dood zelf. Hij is de Overwinnaar.
Israël vormt het bewijs voor de waarheid van het Woord van God. Na 2000 jaar keerde het Joodse volk terug naar zijn land. Dat is een wonder. Maar wat zeggen ook veel christenen vandaag de dag? Het Israël van nu heeft niets met dat van de Bijbel te maken. Terwijl Israël 2500 keer in de Bijbel voorkomt. Er is een enorme haat tegen Israël. Maar je kunt een staat niet haten, wel mensen, Joodse mensen.
Laat de kerk zich daarom verre houden van politiek, ook ten aanzien van Israël. Laat ze het Evangelie verkondigen, ook onder de Joden. Zodat ze tot jaloersheid worden gebracht. Laat de kerk bidden voor het herstel van Israël, en de bekering van het Joodse volk.”
Zvi Kalisher
Meno (53) en Victor (51) Kalisher zijn zoons van de in november 2014 overleden Zvi Kalisher. Deze werd in 1928 geboren in een Joods gezin in de Poolse hoofdstad Warschau. Op wonderlijke wijze overleefde Zvi –Hebreeuws voor Henryk, zoals hij toen nog heette– de Holocaust, onder meer door te ontsnappen uit het getto van Warschau. In 1947 emigreerde hij naar Israël, waar hij hoorde over Yeshua, Jezus. „En na verloop van tijd heb ik toen de Heere Jezus aanvaard”, vertelt hij in het boek ”Thuis in het Beloofde Land” (uitg. De Banier, 2008). Eind jaren vijftig ontmoette Zvi zijn vrouw Naomi, een Perzische (Iraanse). Samen kregen zij drie zoons en een dochter. Zvi’s weduwe woont nog altijd in hun appartement in de Jeruzalemse wijk Armon Hanatziv. Het levensverhaal van Zvi Kalisher –die tien talen sprak, maar alleen drie jaar volksschool had gehad– is ook opgetekend in de bestseller ”ZVI – The Miraculous Story of Triumph Over The Holocaust”, een uitgave van The Friends of Israel Gospel Ministry.