De landsrecherche begon in augustus een onderzoek naar het functioneren van het OM en het Nederlandse Recherche Samenwerkings Team (RST). Minister van Justitie Ben Komproe stelde het onderzoek in naar aanleiding van zware beschuldigingen van corruptie door advocaat L. Franklin en de Curaçaose ex-sergeant B. Daal, die als infiltrant voor Justitie had gewerkt.

Komproe gaf destijds de indruk dat er mogelijk veel mis was bij het openbaar ministerie en dat dit snel moest worden opgehelderd. Volgens de onderzoekers lijkt het er meer op dat de beschuldigingen van beide mannen voortkwamen uit de behoefte de integriteit van het RST, en met name van het OM, aan te tasten.

Ex-sergeant Daal claimde dat hij voor zijn werk als informant voor het OM nog een paar miljoen Antilliaanse gulden tegoed had. Dankzij zijn medewerking zou in 1998 een groep Nederlandse mariniers zijn aangehouden in verband met de smokkel van honderden kilo’s cocaïne per marinevliegtuig naar Nederland. De zaak werd bekend onder de naam Orion.

Daal beschuldigde een officier van justitie op de Antillen ervan het informantengeld in zijn eigen zak gestoken te hebben. Ook zou hij door de officier zijn uitgelokt om meineed, inbraak en valsheid in geschrifte te plegen. Volgens de landsrecherche is van dit alles niets gebleken. De uitbetaling aan Daal is in Nederland via de regels gebeurd. „De beschuldigingen van Daal lijken erop gericht om nog meer geld te krijgen.”

Ook de aantijgingen van advocaat Franklin snijden volgens de landsrecherche geen hout. De advocaat werd in de Campo Alegre-strafzaak veroordeeld tot zes jaar en negen maanden celstraf voor valsheid in geschrifte, witwassen en drugshandel.

Het bordeel Campo Alegre op Curaçao was het centrum van grootschalige, georganiseerde uitvoer van drugs naar Europa en het witwassen van criminele gelden. Franklin beschuldigde het OM en het RST ervan bewijsmateriaal ’geplant’ te hebben in zijn huis en zijn kantoor, maar ook die klachten heeft de landsrecherche ongegrond verklaard.