De Nederlandse Adoptie Stichting (NAS) uit het Gelderse Joppe, een jonge particuliere stichting die wil bemiddelen tussen adoptieouders en aanbieders van kinderen in het buitenland, mag van Justitie alleen in Panama opereren omdat de stichting in andere landen geen netwerk heeft dat door Justitie als voldoende betrouwbaar wordt gezien. De NAS wil echter in een aantal Zuid- en Midden-Amerikaanse landen actief zijn en voerde maandag bij de Raad van State in Den Haag een rechtszaak.

Sinds enige tijd kan het ministerie van Justitie op grond van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie bepalen in welke landen bemiddelingsorganisaties actief mogen zijn. Nieuwe adoptiebemiddelaars voelen zich daardoor benadeeld, omdat de bestaande instellingen met oude vergunningen in vrijwel alle landen mogen functioneren.

Justitie wil met het nieuwe beleid beter greep krijgen op de buitenlandse adoptie. In een land als Guatemala bijvoorbeeld was adoptie van kinderen omgeven met fraude en probeerden criminelen er een slaatje uit te slaan door kinderen te ontfutselen aan hun moeders. Justitie eist nu dat instellingen die een bemiddelingsvergunning aanvragen een lijst laten zien van betrouwbare contacten die ze in het bewuste land hebben opgebouwd. Justitie probeert deze lijst te screenen en verleent pas daarna een vergunning.

Voor de Nederlandse Adoptie Stichting betekent het nieuwe beleid dat vooralsnog alleen gewerkt mag worden in Panama. Woordvoerster Macky Schouten van de NAS zei dat over twee weken het eerste ouderpaar via haar stichting een kind uit Panama krijgt.

De NAS stelt dat het beleid van Justitie het moeilijk maakt om contacten te leggen in het buitenland. „In vreemde staten wordt juist eerst gevraagd naar een vergunning van de Nederlandse overheid alvorens ze met je willen praten”, zei raadsman P. Baur maandag namens de Nederlandse Adoptie Stichting.