Buitenland

‘Buren’ Tsjernobyl laconiek over straling

GOEBAREVITSJI. Dertig jaar na de kernramp in het Oekraïense Tsjernobyl kampt de omgeving van de kerncentrale nog altijd met de gevolgen. De melk die verslaggevers van persbureau AP aan de rand van de afgesloten zone rond de centrale in Wit-Rusland kregen geserveerd was tienmaal zo radioactief als toegestaan, stelden ze vast. Maar omwonenden reageren laconiek.

Redactie buitenland
26 April 2016 09:30Gewijzigd op 16 November 2020 03:08
Inwoners van de Oekraïnse stad Slavutisj  brandden dinsdagmorgen kaarsjes voor de slachtoffers van de kernramp in Tsjernobyl. beeld EPA, Sergey Dolzhenko
Inwoners van de Oekraïnse stad Slavutisj brandden dinsdagmorgen kaarsjes voor de slachtoffers van de kernramp in Tsjernobyl. beeld EPA, Sergey Dolzhenko

De Wit-Russische regering wil het braakliggende land in de buurt van Tsjernobyl weer voor landbouw gebruiken en laat zich aan de risico’s weinig gelegen liggen. Het arme Wit-Rusland leunt zwaar op de landbouw. Veel verzet tegen het herontginningsbeleid is er niet, want elk dwars geluid wordt doorgaans met harde hand gesmoord. Omwonenden lijkt de straling ook niet te deren. Zij hebben grotere zorgen.

De Wit-Russische melkveehouder Nikolaj Tsjoebenok levert dagelijks 2000 liter melk aan de melkfabriek van Milkavita. De kaas die het bedrijf maakt belandt vooral in Rusland in de schappen.

Milkavita noemt de resultaten van het laboratoriumonderzoek van de melk dat Associated Press liet uitvoeren „onmogelijk.” Eigen onderzoek van de melkfabriek zou uitwijzen dat de melk ruim onder de stralingslimieten blijft.

Tsjoebenok wil zijn bedrijf de komende jaren uitbreiden.

De grootste kernramp uit de geschiedenis ontstond op 26 april 1986 tijdens een veiligheidstest in reactor 4. Door een technische of bedieningsfout werd de reactor midden in de nacht stilgelegd. Medewerkers probeerden de test daarop echter toch uit te voeren en namen daarbij een aantal funeste beslissingen. Twee zware explosies waren het gevolg.

De Sovjet-Unie, waarin Tsjernobyl indertijd lag, hield de ramp aanvankelijk stil. Een dag later bleek uit metingen in Finland en Zweden dat er iets aan de hand was.

Nederland heeft maandag beloofd 1 miljoen euro extra bij te dragen aan het bergen van het kernafval van de kerncentrales in Tsjernobyl. Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) zegde het bedrag toe. De 1 miljoen euro komt boven op de 11 miljoen euro die Nederland in de afgelopen jaren al heeft bijgedragen aan het opruimen van het kernafval.

Oekraïne had nog 100 miljoen van de benodigde 700 miljoen euro nodig om het kernafval veilig en beveiligd op te slaan.

„Ik hoop dat andere landen op korte termijn het resterende bedrag willen bijdragen, zodat we verzekerd zijn van goede opslag van dit toxische materiaal”, aldus Koenders. Het is volgens hem van groot belang dat het nucleaire afval goed wordt opgeslagen. „De radioactieve straling kan zoals we weten grote gezondheidsgevolgen hebben voor de omwonenden.”

Volgens de minister is dat ook in ons eigen belang. „Als het kernafval veilig is opgeslagen in bunkers, kunnen we het ook beter beveiligen. Daarmee kunnen we voorkomen dat het resterende radioactieve materiaal in verkeerde handen valt”, aldus Koenders.

De kernramp wordt dinsdag op verschillende plaatsen in Oekraïne herdacht. Er zijn onder meer kerkdiensten ter nagedachtenis van de slachtoffers. De Oekraïnse president Petro Porosjenko woont een herdenking in Tsjernobyl zelf bij.

Volgens de Oekraïense autoriteiten is het gebied rond Tsjernobyl inmiddels weer bewoonbaar, maar wettelijk is dat nog verboden. Voor toeristen is het mogelijk een kort bezoek te brengen aan de spooksteden Tsjernobyl en Pripjat.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer