De IsDB schaart zich daarmee bij de groep van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de Wereldbank, de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) en de Caribische ontwikkelingsbank (CDB), die in totaal ruim 900 miljoen dollar aan Suriname heeft toegezegd.

Het grootste deel van het geld dat Suriname leent, moet worden besteed aan projecten die de productie in Suriname zullen stimuleren. Dit is nodig omdat de Surinaamse economie nu eenzijdig is en te veel leunt op de opbrengsten van grondstoffen zoals olie, goud en bauxiet. De 478 miljoen dollar van de IMF gaat rechtstreeks naar de Centrale Bank van Suriname en is bedoeld als steun voor de betalingsbalans.

Niet alle Surinamers zijn blij met de steun van het IMF. Ze vrezen dat Suriname juist verder in de problemen komt door de strenge regels van het Internationaal Monetair Fonds. Ook zijn ze bang dat president Bouterse misbruik zal maken van het geld.

Suriname heeft de leningen nodig omdat het Zuid-Amerikaanse land al meer dan een half jaar in grote financiële problemen zit. Dit is het gevolg van de lage prijzen voor olie en goud, de belangrijkste exportproducten. Maar ook het verkwistende beleid en corruptie van de regering van Desi Bouterse zijn volgens critici oorzaken van de ellende.