Christenen Syrië bidden voor bisschoppen
DAMASCUS. Drie jaar geleden verdwenen twee Syrische aartsbisschoppen –Johanna Ibrahim en Boulos Yaziji– spoorloos. Op veel plaatsen in de Arabische wereld is de afgelopen dagen voor het lot van de kerkleiders gebeden.
De situatie tekent de onzekerheid waar Syrische christenen mee te kampen hebben. De aartsbisschoppen verdwenen op 22 april 2013 vlak bij de Turkse grens en sindsdien heeft niemand meer iets van hen vernomen. Velen vermoeden dat de twee allang door strijders van terreurorganisatie IS zijn vermoord.
Tegen beter weten in kwamen Syrische christenen desondanks op veel plaatsen in gebed bijeen. Een voorganger uit het Jordaanse Amman stelt dat ze blijven hopen. „Wat kunnen we als christenen anders doen?” Hij zei dat hij zelf opgelucht zou zijn als definitief bevestigd zou worden dat beide kerkleiders niet langer in leven zijn. „Alles is beter dan de huidige knagende onzekerheid.”
Veel Syrische christenen zijn in de Libanese hoofdstad Beiroet terechtgekomen. Ook zij zijn volgens patriarch Gregorius III Laham hun aartsbisschoppen niet vergeten. „Iedere keer als we bij elkaar komen voor gebed, gedenken wij hen en praten we over hen.” Hij bevestigt dat de kerken niets weten over het lot van de kerkleiders. „Alle informatie die we de afgelopen drie jaar ontvingen bleek achteraf niet geloofwaardig te zijn.”
De patriarch hoopt dat het lot van de twee ontvoerde aartsbisschoppen –die hij opvallend genoeg als „martelaren” betitelde– opnieuw onder de aandacht wordt gebracht. „In de hoop dat dit zal leiden tot een internationale mobilisatie voor vrede in Syrië. Zodat hun lijden een wereldwijde oproep voor vrede wordt.”
Intussen bestaat er ook grote onduidelijkheid over de christenen die in de Syrische stad Raqqa wonen. Raqqa is de hoofdstad van het kalifaat van IS. Er zouden zich nog ruim veertig christelijke families bevinden. Raqqa wordt echter steeds vaker gebombardeerd en IS zou er momenteel op toezien dat de christenen de stad niet kunnen verlaten, om hen als menselijk schild te kunnen gebruiken.