Voorbeeld van Libanese kerk: bedreigd en toch vrucht dragen
De manier waarop christenen in Libanon zich in moeilijke omstandigheden inzetten voor hun naasten is een voorbeeld voor de kerk in Nederland, schrijft mr. Arie van der Poel.
In Libanon is de oorlog nooit ver weg. Het kleine buurland van Syrië gaat zwaar gebukt onder de naar schatting 2 miljoen Syrische vluchtelingen. En dat op een bevolking van maar 4,5 miljoen. De Libanese sjiitische Hezbollah –gezworen vijand van Israël– vecht in Syrië mee aan de kant van het regeringsleger van president Assad. De spanningen tussen sjiieten en soennieten lopen regelmatig op en door een politieke patstelling is er nog steeds geen nieuwe president.
In dat krachtenveld van spanning, oorlog en geweld is de kerk van Jezus Christus present. In allerlei schakeringen: van oosters-orthodox tot Armeens-protestants en presbyteriaans. Een kerk die geconfronteerd wordt met een enorme vluchtelingenstroom. Christenen uit Aleppo en Homs, uit Bagdad en Mosul in Irak en zo veel andere plaatsen waar het water tot aan de lippen is gestegen. Maar ook –en in nog grotere aantallen– met moslims die ook hun leven niet meer zeker waren. IS en al-Nusra hebben ook maar weinig mededogen met gematigde moslims – en dat zijn er nogal wat.
Naast de toevloed van vluchtelingen uit Syrië en Irak is er tegelijkertijd een voortdurende uitstroom van christenen uit Libanon naar de Verenigde Staten en Canada, Australië en ook Europa. Vele christenen verlaten via Libanon het Midden-Oosten omdat ze er vooral voor hun kinderen geen toekomst meer zien. Aangrijpend en zorgwekkend!
Storm
„Meester, bekommert het u niet, dat wij vergaan?” zo hoorde ik in Beiroet een Syrische predikant de woorden van de discipelen uit Markus 4 uitroepen, als de storm op het meer woedt en het schip met zijn bemanning dreigt te zinken. Deze noodkreet is intens en existentieel. Toch was deze noodkreet toen niet het laatste woord, ook nu niet van deze Syrische predikant. Hij vervolgde dat juist in de storm Jezus Zelf aan boord is en Hij –net als toen– bij machte is de storm en de wind te laten ophouden.
Vanuit dat diepe geloof blijven toch ook veel christenen op hun post, omdat ze zich geroepen weten om getuige van Jezus Christus te zijn en vrucht te dragen op de plek waar God hen gesteld heeft. Zo blijft het Woord van God verkondigd worden en wordt Zijn lofzang gaande gehouden. Zo zetten ze zich in voor vluchtelingen: christenen en moslims beide.
De relatief kleine presbyteriaanse kerk heeft inmiddels vlak bij diverse vluchtelingenkampen scholen gesticht, speciaal voor de opvang van Syrische vluchtelingenkinderen. Kinderen die anders verstoken zouden blijven van onderwijs en daarmee een verloren generatie zouden worden.
„De scholen zijn ons zendingsveld”, zo zei een predikant het treffend. „Hier kunnen we laten zien wat naastenliefde, iets over hebben voor de ander maar ook respect en trouw betekenen.” Hier worden ook de Bijbelse geschiedenissen verteld en hier wordt –zonder direct te evangeliseren– het Evangelie gedeeld en uitgeleefd. Een prachtige manier om de naaste in nood te dienen en tegelijkertijd een grote schat mee te geven voor de rest van het leven.
Brugfunctie
Kortom, een inhoudsvolle presentie van een christelijke minderheid die zich inzet om –ook al wordt ze zelf bedreigd in haar voortbestaan– de naaste te dienen. Niet alleen de leden van de eigen groep of kerk, maar ook de moslimnaaste in nood. Het mooie is dat met name protestantse christenen altijd een actieve inhoud hebben gegeven aan deze vorm van burgerschap. In Libanon, maar ook elders in het Midden-Oosten.
De kleine protestants-christelijke minderheid heeft gebouwd aan een kwalitatief goed netwerk van scholen, ziekenhuizen en centra voor hulpverlening. Deze voorzieningen komen ook ten goede aan landgenoten buiten de eigen gemeenschap. Ook nu er veel nood en dood is in de regio, vinden christenen dat hulpverlening er moet zijn voor allen en niet alleen voor de eigen groep.
Christenen kunnen ook zo een matigende invloed hebben, waar veel moslims intussen ook sterk naar verlangen. Een verdere uittocht van christenen uit de regio zou –ook vanuit dit perspectief– een groot verlies betekenen voor de samenleving.
Zo speelt de christelijke minderheid een constructieve rol in de samenleving. En laten gematigde moslims hun kinderen graag naar een christelijke school gaan. Daar wordt goed onderwijs gegeven en heerst een goede sfeer. De waarden en normen die worden gehanteerd, ervaren ook gematigde moslims als waardevol.
Christenen vervullen op deze manier een brugfunctie als vredestichters. Ze vormen een buffer tussen de elkaar vaak bestrijdende en concurrerende sjiieten en soennieten. Als zout en licht: bederfwerend en Licht verspreidend.
Het goede zoeken
Ik vind het bijzonder dat er te midden van de zware storm die woedt in het Midden-Oosten nog steeds –en iedere keer weer– christenen zijn die niet alleen op hun post blijven maar zich ook inzetten voor anderen en zo „het goede zoeken voor de stad.”
Een voorbeeld ter navolging. Juist ook nu in Nederland en West-Europa de kerk slinkt en steeds meer een minderheid is geworden. Deze christenen in het Midden-Oosten geven een voorbeeld hoe we getuigen kunnen zijn metterdaad ten dienste van de samenleving als geheel.
Laten we intussen het aanhoudend gebed voor en steun aan onze broeders en zusters in het Midden-Oosten niet vergeten. Ze hebben dat meer dan ooit nodig. Maar wij hun gebed en voorbeeld niet minder.
De auteur is regiocoördinator Midden-Oosten van de GZB. Vorige week bezocht hij Libanon.