Avebe vertrekt uit zestig landen
Het aardappelzetmeelconcern Avebe trekt zich terug uit zestig landen. Het vindt dat daar te weinig winst wordt behaald. Eigen vestigingen in die landen, voornamelijk in Azië en Afrika, worden afgestoten. Avebe blijft nog actief in honderd landen.
Door extra in te zetten op twintig zogenoemde groeilanden (de Verenigde Staten, rijke Aziatische landen en in het Midden-Oosten) wil Avebe zich minder afhankelijk maken van de Europese landbouwsubsidies. Dit heeft het concern woensdag bekendgemaakt.
Het aardappelverwerkingsbedrijf heeft de afgelopen jaren sterk geïnvesteerd in het buitenland. Avebe is nog maar voor 10 procent van de winst afhankelijk van de Nederlandse markt. Azië en de Pacifische regio leveren inmiddels een kwart van de totale omzet. Dit aandeel stijgt jaarlijks nog met 4 tot 5 procent.
Om sterker te staan op de wereldmarkt is Avebe de afgelopen jaren ook al gezamenlijke ondernemingen begonnen. Zo werkt het bedrijf in Brazilië samen met een lokale fabrikant van tapiocazetmeel en in de Verenigde Staten met een maïszetmeelfabrikant.
De operatie, die volgens een woordvoerder een paar jaar in beslag neemt, leidt voor zover het bedrijf nu kan overzien niet tot gedwongen ontslagen. Avebe probeert de slecht renderende vestigingen zoveel mogelijk te verkopen aan lokale handelsagenten.
Avebe vreest het lopende boekjaar overigens met minder winst af te sluiten. In het boekjaar 2000-2001 behaalde het concern nog 20,1 miljoen euro winst, voor het lopende boekjaar verwacht het een winst van tussen de 10 en 15 miljoen euro. Door de extreem natte herfst hadden telers problemen hun aardappelen uit de grond te krijgen. Bovendien is een flink deel van de oogst in de bewaarplaatsen weggerot.