„Geen nieuwe rookruimtes in horeca”
DEN HAAG (ANP). Met ingang van volgend jaar moeten er geen nieuwe rookruimtes in de horeca meer bij komen. Dat wil ChristenUnie-Kamerlid Carla Dik-Faber voor elkaar zien te boksen. Ze vindt de toename ‘zorgwekkend’.
In 2009 had één op de tien horecagelegenheden een rookruimte, inmiddels is dat één op de vier, telde de politica. „Omdat we weten dat zien roken doet roken, is de toename van het aantal rookruimtes een aanmoediging om te gaan roken. Dat is niet de kant die we op wilden toen we met elkaar afspraken dat een rookvrije horeca de nieuwe norm zou worden.”
Steeds vaker zijn rookruimtes in horecagelegenheden volwaardige ‘rookkroegen’ met tafels, muziek, televisieschermen en, in het geval van Holland Casino, zelfs speeltafels, weet Dik-Faber. „Dat mag volgens de letter van de wet, maar past niet bij wat de Tweede Kamer met de rookvrije horeca voor ogen had. Roken in de horeca wordt daarmee ook een verdienmodel voor de grotere gelegenheden. Kleinere horecagelegenheden, die niet de ruimte of het geld hebben om een rookruimte te maken, zijn daar de dupe van.”
Toon Naber, voorzitter van Koninklijke Horeca Nederland, ziet het voorstel als een strafmaatregel voor horecagelegenheden die sinds de invoering van het verbod een rookruimte hebben aangelegd. Als het parlement echt een rookvrij uitgaansleven wil, moet het de verkoop van tabak maar verbieden, aldus Naber. „En incasseer het verlies op accijnzen. Maar pak niet de sector die rokers wil faciliteren, wat nu het geval is. Dat kunnen we alleen maar hypocriet noemen.”